Digitaal alternatief voor 'papieren opdrachten' niet altijd voorhanden, zeggen bèta's
In april van dit jaar diende de studentengeleding van de U-raad een plan in bij het universiteitsbestuur met de vraag papieren inleveropdrachten te verbieden. De nota, opgesteld door studentleden Nienke Prins en Sarah van Driel, ondersteunt het streven van de universiteit om te verduurzamen en het onderwijs verder te digitaliseren. Bovendien besparen zowel studenten als de universiteit veel printkosten. In de nota staat dat het vooral bij de faculteiten Bètawetenschappen, Geowetenschappen en Sociale Wetenschappen nog gewoon is om een opdracht op papier in te leveren.
Het artikel dat DUB hierover schreef lokte behoorlijk felle reacties uit op de website, sociale media en in rechtstreeks contact met de redactie van DUB. De reacties laten een schril contrast zien: van studenten die verbaasd zijn over het feit dat er nog papieren opdrachten gegeven worden, tot verbazing van studenten die zich niet anders kunnen voorstellen. Docenten vroegen zich op Twitter af of er op het gebied van verduurzaming en besparingen niet grotere stappen te zetten waren op andere vlakken. Voorbeelden die hierbij genoemd worden zijn het vijf dagen in de week naar de universiteit moeten reizen voor slechts één college per dag en het onderhoud van de gebouwen in de binnenstad. Daartegen wordt dan weer gesteld dat het in ieder geval een makkelijk begin is. Ook vroegen lezers zich af of een verbod de juiste weg is en of het niet te veel een geval van ‘micromanagement’ is.
Problemen voor de bètawetenschappen
Binnen de faculteit Bètawetenschappen is naar aanleiding van het verzoek van de studenten in de U-raad verwarring ontstaan over wat er allemaal precies onder dit verbod zal vallen. Omdat de nota vooral spreekt over besparingen op energie, inkt, papier en printkosten, lijkt het enkel om geprinte opdrachten te gaan. De nota sluit echter niet expliciet de handgeschreven opdrachten uit. En dit zijn nou net de opdrachten die vanuit verschillende bètastudies vaak worden gegeven. Bij studies als scheikunde en farmacie worden zogeheten labjournaals nog vaak op papier bijgehouden en bij natuur- en wiskunde zijn huiswerkopdrachten het best te maken wanneer ze handgeschreven zijn, zo laten het Sons (Studenten Overleg Natuur Sterrenkunde) en het WOL (Wiskunde OverLeg) weten.
WOL legt uit dat vrijwel alle bachelorstudenten Wiskunde zo’n zes opdrachten per vak krijgen die op papier ingeleverd moeten worden. Bij natuurkunde zijn het er iets minder, maar nog steeds al gauw vijf vakken in de bachelor waar het nodig is om opdrachten op papier in te kunnen leveren, zegt Sons. Bij deze vakken moeten vaak vergelijkingen en formules uitgewerkt worden, maar ook grafieken en diagrammen worden geschetst, wat digitaal erg lastig gaat. De studenten denken wel al na over alternatieven, maar kunnen niets bedenken wate het handgeschreven werk zou kunnen vervangen. Ook geen van de gevraagde docenten weet een passende oplossing te noemen.
Alternatieven voor handgeschreven opdrachten
Bij wiskunde is het meest gebruikte alternatief LaTeX, een softwareprogramma waarmee je tekstdocumenten kan maken. Hiermee kan je ook wiskundige vergelijkingen relatief makkelijk uitwerken. Mits je de taal goed onder de knie hebt, zegt Wol, wat vooral voor de eerstejaars nog een steile leercurve is. Ook als je deze onder de knie hebt, duurt het maken van een opdracht vaak toch veel langer, omdat het denken en schrijven niet kan worden gecombinereerd, zeggen de wiskundigen. De apparaten waarop dit wel zou kunnen, zoals tekentablets, zijn echter nog vrij prijzig. Toch kunnen de studenten de opdrachten niet maken zonder papier denken ze, omdat heen en weer bladeren tussen opgaven - en krassen en scheuren als het niet lukt - door de studenten toch als een belangrijk onderdeel van het denkproces gezien wordt.
Bij Sons en WOL weten ze wel twee mogelijke oplossingen voor het invoeren van de verzoeken in de nota. Allereerst kan de beslissing op facultair niveau genomen worden, in plaats van universiteitsbreed. Op die manier kan maatwerk per faculteit of opleiding worden genomen. Een ander idee is om docenten te verbieden om studenten te verplichten een opdracht op papier in te leveren. Zo kunnen studenten zelf kiezen en wordt er nog steeds veel papier bespaard.
Digitaal waar het kan
De U-raad laat weten dat de nota vooral gericht is op opdrachten die ook digitiaal ingeleverd kunnen worden en op opdrachten die digitaal ingeleverd worden, maar ook nog eens geprint. "Dus waar dubbel werk wordt verricht dat ook nog eens niet duurzaam is", zegt Nienke Prins van de U-raad. "Sommige opdrachten moeten nu eenmaal op papier, zoals bij veel bètavakken. Die hebben dan ook niets te vrezen! We willen het leven van studenten makkelijker maken, niet moeilijker.”