DUB zoekt bureaucratische ergernissen die leiden tot onnodige werkdruk

Veel medewerkers klagen over overbodige formulieren, verstikkende regels en nutteloze vergaderingen. Wat zijn jouw grootste werkdrukverhogende ergernissen? DUB verzamelt de klachten van UU’ers.

DUB verzamelt de grootste (bureaucratische) ergernissen van lezers en legt die voor aan de U-raad en het Lokaal Overleg (LO), het overleg tussen vakbonden en het bestuur van de universiteit over arbeidsvoorwaarden. We zoeken ergernissen maar ook suggesties voor maatregelen die vrij eenvoudig de werkdruk kunnen verlichten.

Schrijf uw grootste ergernissen op (maximaal drie) met een kleine toelichting en mail die voor 1 juni naar DUB. Voeg ook uw suggesties om de werkdruk te verlichten toe. DUB stuurt de inzendingen door naar de universiteitsraad en het Lokaal Overleg. Zij zullen deze suggesties dan in hun vergaderingen voorleggen aan het bestuur en met concrete voorstellen ter verbetering komen.

De verlofregistratie scoort hoog op de lijst van ‘onnodig extra werk’. Dat bleek afgelopen donderdag bij een door de universiteitsraad georganiseerde bijeenkomst over werkdruk. Maar er zijn meer voorbeelden. Frans Pieter Sprik, bestuurssecretaris bij het departement Economie, vertelde dat hij gek wordt van de vele evaluatiemomenten. “Als je geld voor onderwijs of onderzoek hebt gekregen, moet je voortdurend evaluatieformulieren invullen. Ook als het om interne toewijzingen gaat.”

Er werden meer voorbeelden genoemd. De regel in het onderwijs dat je tentamens binnen een termijn van tien dagen nagekeken moet hebben, is prettig voor de studenten, maar werkdrukverhogend voor de docenten.

Een ander noemde de centralisatie van diensten een probleem. “Vroeger kon je voor een computerprobleem of een aanvraag voor koffie of thee bij een vergadering heel makkelijk terecht bij iemand in je eigen gebouw. Nu moet je voor alles een ‘call’ aanmaken.”

“Vaak zijn het maar kleine taakjes. Maar doordat er zoveel van die taken zijn, is het een belasting van de werkdruk”, vertelde hoogleraar Ethiek van Instituties Ingrid Robeyns. Zij schreef eerder op DUB al een artikel over werkdruk .

Ook werd er gepraat over maatregelen die juist helpen de werkdruk tegen te gaan. Heleen Verhage noemde dat maatregelen om de docenten en onderzoekers te “ontzorgen”. Zoals het aanstellen van een student-assistent die veel werk uit handen neemt van een docent. Of een departementssecretaresse die weer taken op zich neemt, zoals verlofregistratie.

Bij Geesteswetenschappen heeft een docent een feedbackformulier ontwikkeld om papers snel na te kijken. “Het gaat ten koste van de kwaliteit, maar levert wel tijdwinst op.”

De bureaucratische ergernissen zijn niet de enige oorzaak van de werkdruk, zo werd donderdag nadrukkelijk gezegd. “Het is een structureel probleem dat je systematisch moet aanpakken”, zei Ingrid Robeyns. “Het aantal studenten is toegenomen zonder evenredige compensatie. Het onderzoeksgeld wordt verdeeld met een strenge competitie waarbij je met je voorstellen moet vechten voor een vaste aanstelling. Er gaat veel tijd zitten in het schrijven van een aanvraag, terwijl maar een klein percentage van de voorstellen zal worden gehonoreerd.”

Volgens Robeyns denkt de overheid onvoldoende na over de gevolgen van haar eigen beleid. “Er bestaat geen overzicht van de werkdruk in het hoger onderwijs. Men bedenkt steeds weer nieuwe zaken, zoals de Nationale Wetenschapsagenda, maar beseft niet wat voor extra tijd dat allemaal kost. Ik ben bijvoorbeeld gevraagd als juryvoorzitter van een onderdeel van die agenda. Dat gaat me zo’n 30 tot 50 uur kosten. Maar dat wordt op geen enkele manier gecompenseerd.”

Het gaat niet alleen om het werk, het gaat ook om waardering, stelde Ronald Oosting, universitair hoofddocent bij Farmacie en vertegenwoordiger in het lokaal overleg tussen vakbonden en universitair bestuur. “Je wordt bij onze faculteit nog altijd veel meer afgerekend op onderzoek en niet op onderwijs. Voor onderwijs is ook nauwelijks waardering “, vertelde hij.

Ingrid Robeyns wil dat de universiteiten zich luider laten horen in Den Haag. “Er moet structureel wat gebeuren.”

Ronald Oosting is het daar wel mee eens, maar wil ook oplossingen voor de korte termijn. “Natuurlijk moeten we onze stem laten horen in Den Haag. Maar dat doen de rechters en de verpleegkundigen ook. Je zult niet snel resultaat zien. Ondertussen klagen mensen wel over werkdruk. Dus wil ik ook kijken met welke maatregelen we bij het bestuur kunnen aankloppen om op korte termijn wat te bereiken.”

Dat geluid vindt gehoor bij de leden van de universiteitsraad. “Wij willen weten wat er speelt en welke ergernissen mensen hebben of welke oplossingen zodat we daar direct mee aan de slag kunnen”, zegt universiteitsraadvoorzitter Fred Toppen.

Het is deze handschoen die DUB oppakt. We inventariseren welke (bureaucratische) ergernissen de werkdruk veroorzaken en welke simpele maatregelen die werklast zouden kunnen verminderen.

Kom met uw ergernissen en suggesties en mail ze voor 1 juni naar DUB. De inzendingen zullen desgewenst anoniem behandeld worden.

Advertentie