Dubbelstudie blijft goedkoop

Goed nieuws voor dubbelstudenten. Wie aan een tweede bachelor- of masterstudie is begonnen voor hij met zijn eerste klaar is, blijft daarvoor het normale collegegeld betalen.

Minister Bussemaker heeft dat woensdagavond bekendgemaakt. Het onderwijsbudget gaat voor de universiteiten met 5,2 miljoen euro per jaar omhoog en voor de hogescholen met 4,8 miljoen. Tot en met 2016 wordt dit betaald met geld dat ooit bedoeld was om studenten te compenseren die buiten hun schuld een langstudeerboete zouden krijgen.

In december al hadden regeringspartijen VVD en PvdA gevraagd om iets te regelen voor de ruim 3600 dubbelstudenten. Dat verzoek kwam niet als een verrassing. In het regeerakkoord stond aangekondigd dat het kabinet twintig miljoen euro had gereserveerd om “onbedoelde effecten” van het hoge collegegeld voor tweede studies op te vangen. Toen al was de verwachting dat dit geld bij de dubbelstudenten terecht zou komen.

De overheid bekostigt nog maar één bachelor- en één masteropleiding. Wie na zijn eerste studie een tweede gaat volgen moet aan zijn universiteit of hogeschool een hoog, kostendekkend collegegeld betalen. Dat leverde een probleem op voor dubbelstudenten: zodra zij de ene opleiding afrondden, zouden ze voor de tweede opeens duizenden euro’s extra moeten betalen.

Om goede studenten niet te ontmoedigen sprak toenmalig minister van Onderwijs Ronald Plasterk met de onderwijsinstellingen af dat dubbelstudenten tot september 2013 ook hun tweede tegen het lage tarief zouden mogen afmaken.

Studentenorganisaties LSVb en ISO zijn blij dat de tijdelijke regeling definitief wordt. Tegelijkertijd dringen ze erop aan dat ook een tweede studie die begonnen wordt ná afronding van de eerste, betaalbaar wordt. Hetzelfde geldt voor schakelprogramma’s tussen bachelor en master, die langer dan een half jaar duren.