Economische krimp hakt erin bij jonge afstudeerders
Door de coronacrisis kende de Nederlandse economie dit jaar van april tot en met juni (het tweede kwartaal) een ongekende krimp van 8,5 procent ten opzichte van de periode januari tot en met maart. Zoiets is nog niet eerder gemeten, aldus het CBS.
De krimp laat zijn sporen na op de arbeidsmarkt. Er zijn minder mensen met betaald werk, schreef het statistiekbureau in juni. Vooral onder jongeren was de afname groot: van 1,4 miljoen werkenden in februari tot minder dan 1,3 miljoen in mei.
“Voor jongeren die willen werken, is dit geen plezierige tijd”, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. “Hun arbeidskansen reageren over het algemeen erg snel op de conjunctuur.”
De werkloosheid loopt vooral op onder mensen met een tijdelijk contract, legt hij uit. “En in die groep zijn jongeren oververtegenwoordigd. Velen hebben een bijbaan.”
Nu de cijfers voor het tweede kwartaal bekend zijn, is duidelijk wat die dalende trend betekent voor jonge werkzoekenden met een hbo- of wo-diploma op zak. Zo was het werkloosheidpercentage onder pas afgestudeerde hbo’ers en wo’ers tussen de 20 en 25 jaar in het tweede kwartaal van 2019 nog 2,8 procent. Dit jaar schoot dat omhoog naar 6,6 procent. Tot de groep werklozen rekent het CBS iedereen die een baan zoekt en hem niet kan vinden, al is het maar voor een paar uur per week.
© HOP. Bron: CBS. Werkloosheidspercentages gemeten in het tweede kwartaal.
Het CBS keek ook naar de werkloosheidspercentages onder jongeren tussen de 20 tot 25 jaar die nog onderwijs volgen. In deze leeftijdscategorie zijn dat volgens het CBS grotendeels hbo- en wo-studenten. Voor deze groep steeg het werkloosheidspercentage in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019 van 5,3 naar 8,3 procent.
© HOP. Bron: CBS. Werkloosheidspercentages gemeten in het tweede kwartaal.
Negatief
De percentages zijn vooralsnog niet op de eerdere piekniveaus van de financiële crisis of van 2014, toen de werkloosheid in Nederland op z’n hoogst was. Ook zou het economisch beeld in augustus volgens het CBS al iets minder negatief zijn.
Maar reden tot juichen, is er volgens Van Mulligen nog niet. “We zijn minder pessimistisch dan aan het begin van het tweede kwartaal, maar het algehele beeld is nog steeds negatief. Op basis van dit verschil kunnen we nog niet zeggen dat het goed gaat. Eerst zullen we toch corona moeten overwinnen.”