Eerste Kamer blijft kritisch over hogere studierente
Maandag boog de senaat zich over het wetsvoorstel om de rente op studieschulden te verhogen. Het kabinet wil de rente koppelen aan de 10-jaarsrente op staatsleningen. Oud-studenten met een gemiddelde lening (21 duizend euro) en een bovenmodaal inkomen betalen dan zo’n 12 euro rente extra in de maand. Na 35 jaar aflossen loopt dat op tot ruim 5.000 euro. Het plan moet de schatkist uiteindelijk zo’n 226 miljoen euro per jaar opleveren.
Senatoren willen betere motivatie minister
Hoewel het voorstel met de kleinst mogelijke meerderheid door de Tweede Kamer werd geloodst, overheerst de twijfel bij senatoren. Regeringspartij CDA vindt het terecht dat de minister de terugbetaalvoorwaarden, die door het wetsvoorstel niet veranderen, “sociaal” noemt. Maar de fractie wil, net als de ChristenUnie, zeker weten dat de toegankelijkheid van het onderwijs niet in gevaar komt en verlangt een betere motivatie van minister Van Engelshoven. Pas daarna zal de fractie haar standpunt bepalen.
D66 deelt die zorgen. Senator Rinnooy Kan vreest dat leenaversie of schuldangst een negatief effect kan hebben op zowel de toegankelijk van het hoger onderwijs als het mentale welzijn van studenten. Juist kinderen uit armere gezinnen zouden hier de dupe van zijn. D66 wil dat de minister onderzoekt wat de effecten van het wetsvoorstel zijn.
Staatskas spekken zonder dat studenten profiteren
Ook ex-VVD-senator Duthler is kritisch. “Voor welk probleem moet dit wetsvoorstel een oplossing bieden?” Ze begrijpt niet waarom de renteverhoging enkel bedoeld is om de staatskas te spekken, terwijl studenten er niet van profiteren. Ook wijst ze erop dat de rente op dit moment historisch laag is en vreest dat die de komende jaren zal stijgen. Heeft de minister hier rekening mee gehouden, wil Duthler weten.
Regeringspartij VVD is wel positief over het voorstel. Senator Bruijn vindt het belangrijk om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Daar hoort iedereen volgens hem aan bij te dragen, ook de hoogopgeleide en meest kansrijke groepen. “De regering eet dat geld niet op en tovert het ook niet weg, maar geeft het terug.” Volgens hem kan iedereen zo meeprofiteren van een lastenverlichting.
Dinsdag 28 mei reageert de minister op de laatste vragen. Op 4 juni volgt de stemming in de Eerste Kamer.