Eerste Kamer: Topopleidingen moeten hoger collegegeld waarmaken
Als universiteiten en hogescholen meer collegegeld gaan vragen voor excellente opleidingen, moeten ze aannemelijk maken dat de kosten werkelijk hoger zijn. Daartoe heeft het CDA in de Eerste Kamer een motie ingediend.
Vandaag spraken de senatoren met minister Bussemaker over de wet ‘Kwaliteit in verscheidenheid’, waarin onder meer het hoge collegegeld voor excellente opleidingen wordt geregeld. Die mogen tot maximaal vijf keer het collegegeld in rekening gaan brengen.
Dat vonden sommige senatoren nogal gortig. Twee keer het collegegeld zou wel genoeg zijn, vond bijvoorbeeld PvdA-senator Ruud Koole. Minister Bussemaker was het daar eigenlijk wel mee eens en begreep de zorgen van de senatoren.
Maar zo wereldschokkend is haar voorstel niet, legde ze uit. Nu al mogen de zogeheten university colleges vijf keer het collegegeld in rekening brengen. Maar in de praktijk doen ze dat niet: de meeste vragen ongeveer twee keer het wettelijke tarief. Ze zouden zich uit de markt prijzen als ze te duur waren.
Bovendien moet minister Bussemaker toestemming geven voor de hogere tarieven. Er komt een ‘richtsnoer’ voor de collegegelden, waarin staat dat excellente opleidingen ongeveer op twee keer het wettelijke tarief moeten mikken. Anders zegt ze nee.
Toch staat dat veel hogere maximum in haar wetsvoorstel. Het CDA diende daarom een motie in. De hogere collegegelden zouden moeten afhangen van de werkelijke kosten van een topopleiding, zei senator Peter Essers, hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Tilburg.
Bussemaker wierp tegen dat het collegegeld niet één op één aan de kosten van een opleiding valt te koppelen. Voor je het weet praat je alleen nog maar over administratieve normen, vreesde ze.
Toch hielden de senatoren vol. Er zou toch enigszins een verband moeten zijn tussen het tarief en de kosten? Ze dienden de motie in. Bussemaker besloot niet tegen te stribbelen en was bereid een “marginale toets” op te nemen in haar beleid. Als ze de motie zo mocht opvatten, liet ze het oordeel aan de Kamer.
VVD-senator Bruijn, die zich helemaal geen zorgen maakt over hoge collegegelden, merkte plagerig op dat hij blij was met de motie. “Dan is er kennelijk ook brede steun voor trajecten die nog duurder zijn dan vijf keer het wettelijke collegegeld.” Die mogen dan ook de werkelijke kosten in rekening brengen, dacht hij.
Zo bedoelden de indieners het niet. Ze willen de prijzen juist drukken. Als bijvoorbeeld een excellente alfaopleiding niets extra’s kost, moet je niet zomaar het tarief verdubbelen.
Vanavond stemt de Eerste Kamer over de motie en het wetsvoorstel.