Eerstejaars gaan minder snel op kamers
Studenten blijven langer bij hun ouders wonen. Vooral achttienjarigen verhuizen minder snel naar hun studiestad, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Nieuwe studenten krijgen geen basisbeurs meer, wat studeren duizenden euro’s duurder maakt. Geen wonder dat ze aarzelen om op kamers te gaan. Het werd voorspeld, maar nu blijkt het ook uit cijfers van het CBS.
Aan het begin van dit studiejaar (juli tot en met oktober) verhuisden een kwart minder achttienjarigen naar een andere gemeente dan vorig jaar. Onder de groep jongeren van 17 tot 22 jaar was dat 15 procent.
Kennelijk zijn vooral de eerstejaars voorzichtiger. In alle andere leeftijdsgroepen (jonger dan zeventien en ouder dan 22 jaar) verhuisden mensen juist vaker dan in 2014. Er komt misschien weer wat beweging op de huizenmarkt.
In alle universiteitssteden kwamen minder jongeren wonen, laat het CBS zien. Vooral in Groningen is het verschil groot: daar scheelt het meer dan 1100 jongeren. In Utrecht was er een afname van 500 studenten, van 3539 naar 2999.
Grafiek van het CBS.