Einde aan eindeloos brandende pc-schermen

Veel milieubewuste studenten is het een doorn in het oog: de rijen felblauwe inlogschermen in computerleerzalen waarin geen student te bekennen is. Aan die ergernis komt nu een einde.

De computerschermen in De Uithof en in de binnenstad worden uiterlijk eind deze maand zo ingesteld dat ze na 20 minuten op stand-by gaan. In totaal gaat het om zo’n 2500 schermen in meer dan twintig gebouwen.

De universiteit voldoet daarmee aan een langgekoesterde wens van veel studenten en medewerkers. Beeldschermen die tijdens openingstijden maar blijven branden, ook als er niemand mee werkt, passen volgens hen niet bij het imago van ‘duurzame universiteit’ dat de UU wil uitstralen. Veel van de pc’s zouden maar maximaal vier uur per dag gebruikt worden.

Volgens Jeroen Schipper van de afdeling Information and Technology Services (ITS) maakten faculteiten in het verleden bezwaar tegen aanpassing van de instellingen van de beeldschermen die zij gebruiken. “Studenten zouden kunnen denken dat de computers stuk zijn of uit staan.”

Maar aan die discussie is nu een einde gemaakt. De universiteit wil serieus werk gaan maken van het verduurzamen van het computergebruik binnen de universiteit, aldus Schipper. Om die reden werd hij met zijn collega Aloysia Kluck kort geleden aangesteld als de twee duurzaamheidscoördinatoren van ITS.

Schipper denkt overigens dat studenten straks wel op de een of andere wijze duidelijk moet worden gemaakt dat ze de pc’s met zwarte schermen gewoon kunnen gebruiken. Een beweging met de muis of het indrukken van een toets is voldoende om weer aan de slag te kunnen. “Samen met het Green Office van de UU denken we nog na hoe we die boodschap –misschien op een ludieke wijze- kunnen overbrengen.”

De IT-duurzaamheidscoördinator verwacht overigens niet dat de maatregel tot een grote energie- of kostenbesparing leidt. De beeldschermen dragen maar voor een klein deel bij aan het totale energiegebruik binnen de universitaire gebouwen. “Maar het helpt wel iets, en we laten in ieder geval zien dat we echt bewust proberen de belasting van het milieu zo klein mogelijk te maken.”