Eindelijk stagevergoeding voor coassistenten

Foto: Pixabay

In de medische wereld is het oud nieuws: september vorig jaar al lag het eindbod van de werkgevers over de cao van de universitaire medische centra op tafel, maar daarbuiten lijkt deze kleine revolutie zich onopgemerkt te hebben voltrokken.

Geneeskundestudenten strijden al decennia voor een vergoeding tijdens de twee jaar dat ze coschappen lopen. Anders dan bijvoorbeeld verpleegkundestudenten kregen ze niets betaald, terwijl ze naast hun lange werkweken weinig tijd hebben om wat bij te verdienen.

Artsen verdienen later genoeg om nu extra te lenen
Hun laatste poging om een vergoeding te krijgen strandde in 2016, kort nadat de basisbeurs was afgeschaft. Toenmalig onderwijsminister Bussemaker hield de boot af. Studenten geneeskunde konden gewoon extra lenen, stelde ze. En als arts zouden ze later genoeg gaan verdienen om hun hogere studieschuld af te lossen. Bovendien waren coschappen volgens haar geen echte stage waarvoor je een vergoeding zou moeten krijgen, maar een opleidingsplaats.

Maar wat via de politiek nooit is gelukt, staat nu toch in de nieuwe cao. Sinds 1 januari hebben de huidige coassistenten recht op de vergoeding, die uiterlijk in april met terugwerkende kracht wordt uitbetaald.

“We zijn hier echt heel erg blij mee”, zegt voorzitter Amir Abdelmoumen van De Geneeskundestudent, de belangenvereniging van geneeskundestudenten in Nederland, die de tegemoetkoming samen met de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband voor elkaar gebokst heeft.

Discussie al sinds 1973
“De vergoeding is niet hoog en wordt vooralsnog alleen uitbetaald door de universitaire medisch centra. Maar goed, de eerste horde is genomen.” De vereniging gaat zich nu inzetten voor een vergoeding bij de andere ziekenhuizen.

Niet alleen de huidige coassistenten zijn er blij mee, ook de oude garde toont zich verheugd, meldt De Geneeskundestudent op Facebook. Een gepensioneerd revalidatiearts heeft de vereniging een krantenartikel opgestuurd uit 1973, waaruit blijkt dat de discussie ook toen al speelde. “Zij die geloven haasten niet en ik ben blij dat ik vier jaar na mijn pensionering dit resultaat van u mag vernemen”, schreef hij erbij.

Advertentie