Kringcongres over inclusieve journalistiek
‘Elk woord is in potentie een mijnenveld’
Spreker Elizabeth Venicz, antropoloog, journalist en docent aan de Fontys Hogeschool, leidde het onderwerp ‘inclusieve journalistiek’ in. "Zelfs bij het maken van mijn presentatie was ik enigszins jaloers op collega’s die het alleen maar hoeven te hebben over data. Ik merk dat dit onderwerp een enorme worsteling is en dat zal ongetwijfeld voor veel redacties gelden. Elk woord is in potentie een mijnenveld en het is behoorlijk ingewikkeld laveren tussen allerlei denkbeelden en politieke stromingen. Je kan het nooit goed doen voor iedereen."
Vakmanschap
Met die boodschap in het achterhoofd, wees Venicz de aanwezige redacties erop dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om een eigen kompas voor diversiteit en inclusie te maken en die te blijven ontwikkelen. ‘Niet iedere journalist denkt er hetzelfde over; het kan variëren van de conservatieve aristocraat tot de activistische voorvechter. Maar je kan wel actief beziggaan met inclusieve journalistiek; wat mij betreft een vorm van vakmanschap.’
Zo benoemde ze het belang van tellen: de representatie van groepen actief bijhouden, waarvoor bijvoorbeeld de BBC streefcijfers hanteert. Maar ze wees ook op het belang van een diverse redactie met een veelheid aan perspectieven, fotografie (hoe breng je een professor of dakloze in beeld?) en het niet reduceren van een geïnterviewde tot een ‘single story’.
Venicz schoof vervolgens aan voor het panelgesprek over het onderwerp, samen met Cleo Freriks (redacteur van het Maastrichtse Observant), Peter Breedveld (Ad Valvas, Vrije Universiteit Amsterdam), Tosca Sel (hoofdredacteur Profielen, Hogeschool Rotterdam) en Sterre Mkatini, Diversity, Equity & Inclusion officer bij de Universiteit Twente. Onder leiding van Hiska Bakker (Studium Generale Universiteit Twente) gingen ze in discussie over stellingen als ‘universiteits- en hogeschoolbladen hebben een voortrekkersrol op het gebied van diversiteit en inclusie’ en ‘witte journalisten mogen vanwege hun achtergrond niet over diversiteit en inclusie schrijven’.
Zelfcensuur of gezond verstand?
Dat de bladen een voortrekkersrol hebben, daarover waren de panelleden het met elkaar eens. "Het is inherent aan de gemeenschap voor wie je schrijft, je beweegt in bepaalde ontwikkelingen mee’, zei Freriks. ‘Juist omdat we veel over de wetenschap schrijven, zoek je al snel de nuance op." Maar de nuance opzoeken of rekening houden met gevoeligheden, is wat anders dan zelfcensuur plegen, vulde Breedveld aan. "Ik las bijvoorbeeld in NRC dat woke de academische vrijheid bedreigt en minister Yeşilgöz zegt dat het een bedreiging is voor de democratische rechtsstaat. Ook als media krijgen we weleens het verwijt woke te zijn. Maar woke is een frame. Ons werk bestaat uit goed nadenken over wat we opschrijven en hoe. En we laten geen feiten weg, alleen omdat het ongemakkelijke waarheden zijn. Dat is geen zelfcensuur, dat is gewoon gezond verstand."
Mkatini wees later in de discussie de aanwezige redacteuren wel op een bepaalde verantwoordelijkheid, met name de risico’s van het brengen van een ‘single story’. Daarbij wees ze op een artikel dat de regionale krant Tubantia publiceerde na een interview met haar. "We hebben meer dan een uur gesproken over allerlei aspecten van diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie. Het ging nog niet eens twee minuten over menstruatieproducten voor iedereen die ze nodig heeft, maar dat stond wel prominent in de kop van het artikel. De reacties die volgden waren zó heftig en agressief, ik durfde drie weken niet met het openbaar vervoer naar mijn werk."
Geschiedvervalsing
Een andere stelling ging over de archieven: moeten de media die kritisch doornemen om artikelen die nu kwetsend zijn voor bepaalde groepen te verwijderen of van context te voorzien? "Verwijderen of aanpassen? Absoluut niet, dat zou geschiedsvernietiging of -vervalsing zijn", reageerde Sel fel.
Ook Mkatini toonde zich een tegenstander. "Ik lees bijvoorbeeld OneWorld. Wat zij doen als ze een andere term hanteren, ook uitleggen waarom ze dat doen en hoe ze de term eerder gebruikten in een bepaalde context. Dat is een vorm van toevoegen aan de geschiedenis, niet verwijderen. Een archief laat niet alleen een bepaald tijdsbeeld zien, het toont ook de groei die een redactie doormaakt. Hoe er nu wordt geschreven, is heel anders dan twintig jaar geleden."