Felle kritiek op advies nieuwe prestatiebekostiging: “Verbijsterend”
“Studenten zijn buitenspel gezet”, stellen studentenorganisaties ISO en LSVb in een eerste reactie op het advies dat de commissie Van de Donk zojuist heeft gepresenteerd: Van afvinken naar aanvonken.
Daarin staat dat de honderden miljoenen van de basisbeurs besteed moeten worden aan prestatiebekostiging, al zou die beloning van prestaties ‘intelligenter’ moeten gebeuren dan de afgelopen jaren.
Verbijsterend
“Dit is verbijsterend”, reageert LSVb-voorzitter Jarmo Berkhout. “De basisbeurs is wegbezuinigd om te investeren in onderwijs, maar met de voorstellen van deze commissie gaan studenten daar helemaal niks van terugzien.”
“Deze commissie heeft wel plaatjes van studenten in het rapport gezet, maar daar houdt de studentbetrokkenheid wel op”, sneert ook ISO-voorzitter Jan Sinnige. Volgens hem wil Van de Donk dat universiteiten en hogescholen ook onderzoek en samenwerking met externe partijen gaan financieren “op kosten van de student”.
Ook de Vereniging Hogescholen is “kritisch”. Straks worden honderden miljoenen euro’s slechts onder voorwaarden aan het hoger onderwijs verstrekt en moet een permanente instantie toezicht houden op alle instellingsplannen. “Wij geloven niet dat dit de goede richting is”, zegt voorzitter Thom de Graaf. Hij noemt het onverstandig “om instellingen af te rekenen op studieprestaties en onder curatele te stellen”.
“Hun geld”
Hij breekt ook een lans voor studenten: de instellingen zouden juist afspraken moeten maken met de studenten over de besteding van het geld dat het afschaffen van de basisbeurs oplevert. “Het gaat immers om hun geld en hun belang.”
De Graaf wil dat de overheid meer afstand houdt, zoals ook werd aangeraden door een evaluatiecommissie die in opdracht van de hogescholen naar de prestatieafspraken keek: hogescholen zouden niet langer met het ministerie afspraken moeten maken, maar met belanghebbenden.
De afgelopen jaren zijn de prestaties van universiteiten en hogescholen beoordeeld door een ‘reviewcommissie’ onder leiding van onderwijszwaargewicht Frans van Vught. Zes hogescholen verloren uiteindelijk iets van hun budget omdat ze een deel van hun prestatieafspraken niet konden nakomen. Van Vught heeft heel andere ideeën over de toekomst van de prestatieafspraken.
Hij vindt dat het ministerie opnieuw afspraken moet maken met afzonderlijke hogescholen en universiteiten, laat hij weten. Dat heeft volgens hem goed gewerkt. Wel moeten instellingen meer ruimte krijgen om hun eigen keuzes te maken. En ze moeten inderdaad meer verantwoording afleggen aan hun stakeholders: studenten, werkveld en andere betrokkenen.
Universiteiten
Ook de universiteiten zijn “tegen de uitbreiding van de prestatiebekostiging en evenmin staan zij te juichen voor een permanente nationale commissie, zoals in het rapport wordt voorgesteld”, aldus een reactie. Voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU: “Voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is het dreigen met financiële consequenties niet heilzaam.”
De universiteiten scharen zich eveneens achter de kritiek van de studenten: “Net als de studentenbonden ISO en LSVb en de Vereniging Hogescholen nemen wij afstand van het voorstel van de commissie-Van de Donk om de middelen van het studievoorschot breder in te zetten dan voor onderwijskwaliteit alleen.”
De bekostiging (waar mag je universiteiten en hogescholen op afrekenen?) is voor het hoger onderwijs de belangrijkste politieke vraag in de komende maanden. Het nieuwe kabinet zal een koers moeten uitstippelen en alle belanghebbenden doen hun best die koers te beïnvloeden.