Fiets jatten? Zo doe je dat!
Een UIT-groepje staat aandachtig te kijken hoe een oudere man aan een fietsslot morrelt. Is dit een collectieve fietsendiefstal? Heeft één van de UIT-lopers dringend behoefte aan een fiets?
Nee, op deze dinsdagmiddag wordt geen fiets gejat. Ex-fietsendief Theo laat aan de nieuwe studenten zien hoe je je fiets het beste kan beveiligen. Dat hij daarbij alle tips en tricks van het fietsenjatten meegeeft, maakt het des te interessanter. Als volleerd fietsendieven speuren de UIT-lopers de gestalde fietsen af.
Theo geeft praktijkles. Vanaf Veritas, die de workshop heeft georganiseerd, vertrekt hij met een UIT-groepje richting Stadsschouwburg. De slordig gestalde fietsen bij café Heerenplein doen dienst als casestudy. Theo loopt elke fiets langs, vertelt hoe het slot opengemaakt kan worden en of het een goed of slecht slot is. De studenten zijn verbaasd hoe gemakkelijk de meeste fietsen te jatten zijn.
“Die Axe-ringsloten lijken heel wat, maar zijn simpel te breken”, legt Theo uit, terwijl hij als een kenner over het fietsslot van één van de UIT-lopers wrijft. Gelukkig heeft de fiets ook nog een kettingslot. “Dit slot openbreken kan, maar het duurt iets langer. Ik zou het wel doen: deze fiets is het waard.” “Bedankt”, antwoordt de fietseigenaar voor deze twijfelachtige eer.
Fiets voor een tientje
Tijdens de rondleiding vertelt Theo dat hij in zijn actieve dagen als fietsendief vooral omafietsen stal. “Die zijn populair bij studenten en zij waren mijn grootste afnemers.” Hij vertelt over dronken studenten die ’s nachts naar huis wilden: “Dan hadden ze geen zin om een taxi te nemen en verkocht ik ze voor een tientje een fiets.”
De meeste fietsen stal hij ter plekke, maar soms nam hij ze ook mee naar een rustiger plekje. “Als je de fiets zo optilt”, doet Theo voor, “dan lijkt het of je wiel de grond raakt.” Ook een goede tip om niet verdacht over te komen: “Soms zette ik mijn dochtertje in een kinderzitje op de te stelen fiets. Wie vind je dan nog verdacht?”
Natuurlijk werd Theo af en toe gepakt. “Dan moest ik veertien dagen de cel in.” Vaak spaarde Theo zijn celdagen op, als ware het vakantiedagen: “Dan zorgde ik dat ik in de winter een maand of vier de cel in moest. Als het dan lente was, kwam ik met bolle wangetjes naar buiten, klaar om weer aan de slag te gaan.”
Pimpen helpt niet
Ondertussen zijn we op het Lucasbolwerk aangekomen. Hier laat Theo zien hoe je een kettingslot eenvoudig open krijgt. Je moet de ketting net zo lang in elkaar draaien totdat er zo veel spanning op komt te staan, dat een schakel of het hangslot knapt. De makkelijkst te stelen fiets heeft een krakkemikkig ringslotje, zegt Theo. “Deze fiets hoef je alleen maar op te tillen en hard te laten neerkomen en dan is het al gebeurd.” Een robuust uiziend kettingslot wordt waarderend bekeken. “Zo’n slot heb ik ook.”
Als alle sloten en de methoden ze te openen de revue gepasseerd hebben, beëindigt Theo de rondleiding met tips om fietsdiefstal te voorkomen. Een samenvatting: Zet je fiets met een kettingslot vast aan een paal of aan een hek. Nooit aan je voorwiel. “Want dan haal ik het voorwiel eruit en jat ik dat van een andere fiets.” Aan je frame kan wel, maar let erop dat het niet het stuk frame is dat je met een schroef kan losmaken. “Je fiets pimpen heeft geen zin”, zegt Theo resoluut. “Dat is alleen handig voor jezelf, zodat je hem makkelijker terug kan vinden.”