Geneeskunde gaat in 2014 eerstejaars selecteren
Geneeskunde stopt in 2014 met het inloten van eerstejaars en start met selecteren van nieuwe studenten; mogelijk op basis van eindexamencijfers.
De nieuwe selectieprocedure houdt in dat de Utrechtse opleiding vanaf studiejaar 2014-2015 zelf bepaalt op basis van welke criteria studenten toegelaten worden. Een motivatiegesprek kan mogelijk doorslaggevend zijn, maar ook bijvoorbeeld de eindexamencijfers van een scholier. Maar de exacte criteria zijn nog niet bekend.
Op dit moment worden geneeskundestudenten toegelaten op basis van een landelijke loting. Een hoog eindexamencijfer biedt een grotere kans om ergens toegelaten te worden tot geneeskunde. Een 8 of hoger geeft zelfs een gegarandeerde onderwijsplek. Maar ook studenten met een minder fraaie eindlijst maken via loting kans.
Het vorige kabinet besloot dat de loting moet worden afgeschaft, zodat opleidingen kunnen selecteren op kwaliteit. Opleidingsdirecteur Marijke van Dijk liet zich onlangs in de facultaire nieuwsbrief kritisch uit over die beslissing. "Het mooie van loting is dat je een diversiteit aan mensen krijgt en later dus ook aan artsen kunt leveren. Iets wat met selectie moeilijk te realiseren is."
Maar wat is de beste methode om goede geneeskundestudenten te selecteren? Dat vindt het opleidingsbestuur van geneeskunde een lastige vraag. “Wij zijn er nog niet over uit wat de beste methode is”, zei vicedecaan Jan Willem Lammers vorige week in een vergadering van de faculteitsraad. “Als iemand een goed idee heeft, dan houden we ons van harte aanbevolen.”
In de discussie die zich daarna in de raad ontspon, bleken de nodige bezwaren te leven tegen selectie puur op basis van eindexamencijfers. Jongens halen door de bank genomen lagere eindexamencijfers. Daardoor maken ze nu al minder kans op toegelaten te worden (ruim tweederde van de Utrechtse geneeskundestudenten is vrouw). Docente Rita Spee-Brand pleitte in de raadsvergadering voor een toelatingssysteem waarin jongens niet nog meer benadeeld worden, omdat “jongenstrager op gang komen".
Bij de opleiding Diergeneeskunde wordt een groot deel van de onderwijsplekken ook verdeeld op basis van gewogen loting. Daar moet de discussie over een nieuw selectiesysteem nog afgerond worden. "Met enige tegenzin", vertelt opleidingsdirecteur Wim Kremer. "Voor een grote groep studenten is gewogen loting helemaal niet zo’n slecht systeem. Er is bovendien geen sterk wetenschappelijke bewijs dat het voeren van selectiegesprekken met 18-jarige scholieren beter is voor de arbeidsmarkt waar ze zes jaar later instromen.”
Diergeneeskunde heeft 225 opleidingsplaatsen. Zeventig procent van eerstejaars krijgt momenteel een opleidingsplek via de landelijke loting. De rest wordt toegelaten via een selectiegesprek. De opleiding kijkt in hoeverre de kandidaten zich willen binden aan de master-afstudeerrichting landbouwhuisdieren/veterinaire volksgezondheid. De opleiding wil zo voorkomen dat er een tekort aan veeartsen ontstaat, omdat het gros van de studenten kiest voor de meer populaire richtingen Gezelschapsdieren en Paard.