Geneeskundestudenten: 'Verplicht niemand tot orgaandonatie'

Als de Eerste Kamer het wetsvoorstel van D66 aanneemt, is straks iedereen automatisch orgaandonor. Donorpatiënten moeten zo sneller aan organen komen, waardoor de kans op overleven groter is. Door studie zijn geneeskundestudenten zich van dit belang meer bewust, maar zijn zijzelf ook donor?

Eline (23), vijfdejaarsstudent Geneeskunde aan de UU is sinds haar 18de geregistreerd als orgaandonor. “Ik zie niet in waarom niet. Geneeskundestudenten verschillen op dit punt niet van anderen.” Ook tweedejaarsstudenten Merel (19), Anna (19), Marie (19) en Els (20) zijn orgaandonor of willen dit worden. Anna: “Ik ben het nu nog niet, maar ik wil het wel zijn. Het donorcodicil moet ik alleen nog op de post doen.”

Net zoals Eline ziet Anna niet in waarom ze geen donor zou zijn. Anna: “Waarom zou je organen houden waar een ander nog zoveel plezier aan kan beleven als je er zelf niets meer aan hebt? Het is dan eigenlijk zonde van jouw organen als je ze houdt.”

Merel vult aan: “Er zijn veel orgaandonoren nodig, omdat donoren aan veel eisen moeten voldoen willen organen gebruikt kunnen worden. Zo spelen leeftijd, medisch dossier en doodsoorzaak een belangrijke rol. Van alle mensen die zich registreren als donor, is maar een klein deel geschikt om dit ook te zijn. Er zijn dus zoveel mogelijk donoren nodig.” Ook Marie deelt deze mening: “Door mijn studie ben ik mij bewust van het belang van orgaandonoren. Ik denk dat ik het daarom logisch en zelfs noodzakelijk vind om mij als donor te registreren.”

In Nederland is nog steeds een groot tekort aan orgaandonoren. In 2014 stonden meer dan duizend mensen op de wachtlijst voor een transplantatie. Het nieuwe wetsvoorstel moet de wachttijd op een orgaan korter maken. Uit cijfers van het Transplantatiecentrum blijkt dat vorig jaar 132 mensen overleden die op de wachtlijst voor een orgaan stonden. 

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft ongeveer 17 procent van de jongeren tussen 12 en 25 jaar zich ingeschreven als donor. Vooral studenten registreren zich als orgaandonor.

Geneeskundestudenten verplicht donor?
In het nieuwe wetsvoorstel moeten mensen die geen orgaandonor willen zijn, bezwaar aantekenen. De handeling ligt dan bij hen en niet langer bij mensen die wel donor willen zijn. De studenten vinden het wetsvoorstel een goed idee. Merel: “Het tekort kan zo kleiner worden waardoor patiënten meer kans hebben op een orgaan. Ikzelf moet het codicil ook nog opsturen, maar ik vergeet het om te doen. Het is zonde als organen verloren gaan omdat mensen zoals ik het codicil vergeten op te sturen of uit luiheid zich niet aanmelden, terwijl ze geen bezwaar hebben. ” Marie vult aan: “Als je het echt niet wilt, dan heb je nog steeds de mogelijkheid om geen donor te zijn. Alleen moet je daar dan wat voor doen.”

De studenten lijken donorregistratie geen probleem te vinden. Toch vinden de geneeskundestudenten niet dat zij verplicht 'geen bezwaar' moeten hebben. Zo stellen ze dat iedereen dit zelf mag weten. Marie: “Je kunt mensen niet verplichten donor te worden of je lichaam beschikbaar te stellen voor de wetenschap. Dat is heel persoonlijk.” Merel is het daar zeker mee eens: “Geneeskundestudent of niet, deze keuze staat los van je studie.”

Wetenschap
Hoewel de studenten vrijwel zonder na te denken ‘ja’ zeggen op de vraag of zij orgaandonor willen zijn, is het schenken van hun lichaam aan de wetenschap van een andere orde. Geneeskundestudenten oefenen op deze beschikbaar gestelde lichamen en dit onderzoek is een groot onderdeel van hun studie. Zonder genoeg lichamen hebben de studenten geen ‘materiaal’ om op te oefenen om zo hun kennis en vaardigheden te vergroten. Hoe denken zij over het beschikbaar stellen van hun lichaam aan de wetenschap?

Eline: “Dat idee vind ik een beetje eng. Ik zie mijn hoofd laten niet in een glazen pot in de kast staan. Maar ik heb veel respect voor de mensen die deze keuze wel maken.” Eline zorgt er daarom voor dat ze goed voorbereid naar college komt: “Zo kan ik de verschillende delen van een lichaam optimaal bestuderen.”

Tijdens de les worden alleen delen van het lichaam gebruikt die voor de les nodig zijn. Merel voegt toe: “In het begin was het even wennen in de snijkamer, maar docenten bereiden je erop voor door uitleg te geven en met veel respect met de lichaamsdelen om te gaan."

"In het begin zie je de lichamen alleen, je oefent er nog niet op. Sommige lichamen bewaart de universiteit heel lang, zo onderzochten we er laatst een uit 1990”, vertelt Marie. De lichamen kunnen zo lang mee doordat ze gemummificeerd worden. Eline: "Dat is geen fijne geur, maar door de combinatie van chemische stoffen krijgen sommige studenten honger."

Volgens Marie wen je ook aan het idee dat het lichaam ooit een persoon was: “Na een tijdje beschouw je een arm niet meer echt als arm die vroeger aan iemand toebehoorde. De arm is dan gewoon iets wat je gaat onderzoeken.”

Studenten weten niet wie de persoon op de snijtafel is. "De naam of medische achtergrond blijft voor ons onbekend”, vertelt Merel. Door haar studie staat zij nu zelf wel meer open voor het idee om haar lichaam beschikbaar te stellen. “Toch blijft het idee dat je na je dood op de snijtafel ligt een beetje eng.”

Marie sluit het beschikbaar stellen van haar lichaam aan de wetenschap niet uit. “Mijn studie is gebaseerd op mensen die deze keuze maken, dus het is belangrijk dat mensen dit doen. Ik geloof niet in een hiernamaals, dus misschien vind ik het daarom geen eng idee.” Els denkt daar anders over: "Ik vind het idee van mijn lichaam op de snijtafel niet zo fijn. Natuurlijk is het mooi en heel goed dat andere mensen het wel doen. Het is een persoonlijke overweging. Ik word liever begraven.” Dat beaamt Anna: “Mijn familie heeft anders niets om te begraven en dat idee vind ik naar."

Voor de studenten is het niet noodzakelijk om zich aan te melden, want er is een overschot aan lichamen die geschonken zijn aan de wetenschap. Merel: “Dat komt omdat er weinig eisen zijn wil een lichaam voor de wetenschap gebruikt kunnen worden. Doodsoorzaak en leeftijd maken niet uit, maar deze criteria spelen wel een rol bij orgaandonoren." 

Advertentie