Geneeskundestudenten willen betere regeling cum laude

De studenten van de faculteit Geneeskunde zijn niet blij met het lage percentage cum laudes. Bovendien vrezen zij dat de invoering van het nieuwe curriculum komend jaar gaat leiden tot een verdere daling. Alle reden om de regeling voor cum laudes eens tegen het licht te houden.

Een van de problemen is dat de drie masterjaren bij geneeskunde voor een groot deel bestaan uit coschappen. Voor deze coschappen krijgen studenten in het nieuwe curriculum geen cijfer meer. De beoordeling is ‘onder verwacht niveau’, ‘op verwacht  niveau’ en ‘boven verwacht niveau’. Om een cum laude te halen moet je bij de reguliere vakken gemiddeld een acht halen en mag je geen cijfers lager dan een zeven scoren. Van de acht coschappen moet je bovendien vier keer een ‘boven verwachting’ scoren.

“Die eis is behoorlijk pittig”, zegt Maartje van der Molen, voorzitter van de studentenraad. “Op dit moment is bij onze faculteit het aantal cum laudes laag. Het is 3 à 4 procent, terwijl de universiteit als geheel streeft naar een percentage van 10 procent. Wij hebben aan de examencommissie gevraagd om aan te geven hoe het nieuwe curriculum zal uitpakken voor het percentage cum laudes.

“Het duurde heel lang voor we antwoord kregen. Wij hebben gezegd dat we zonder die inschatting niet kunnen instemmen met het Onderwijs en Examen Reglement (OER). Gisteren kregen we dan eindelijk antwoord, namelijk dat ze die inschatting niet kunnen maken.”

Het is nog onduidelijk wat de studenten gaan doen op de vergadering van 16 juni wanneer ze moeten instemmen met het nieuwe OER. “Wij vinden het teleurstellend dat de examencommissie geen verwachting kan geven. Wij vrezen dat de cum lauderegeling nu nog strenger is geworden, deze zorg is nog niet weggenomen.”

Volgens Van der Molen staat deze kwestie niet op zichzelf. “Wij ervaren dat het binnen de faculteit lastig is om de juiste informatie tijdig te krijgen, terwijl dit essentieel is voor het functioneren van de medezeggenschap”. 

Advertentie