Gezondheidsraad: ‘Onderzoek ook gewone ziektes’
De academische ziekenhuizen richten zich te veel op fundamenteel onderzoek en specialistische onderwerpen, vindt de Gezondheidsraad. Ze moeten meer aandacht schenken aan alledaagse vragen.
Huisartsen, verpleegkundigen en gemeenten lopen in de praktijk van alledag tegen problemen aan die in het academische onderzoek niet of nauwelijks aandacht krijgen, stelt de Gezondheidsraad in een advies aan de overheid met de titel Onderzoek waar je beter van wordt.
Toegepast
De universitair medische centra moeten meer kennis produceren “die in de praktijk daadwerkelijk bruikbaar is en wordt toegepast”. Onder meer patiëntenverenigingen, zorgverzekeraars en gemeenten zouden meer invloed moeten krijgen op de beoordeling en koers van wetenschappelijk onderzoek in de UMC’s. Ook moeten de academische ziekenhuizen meer samenwerken met zorgverleners in hun regio.
Dat vergt tijd en geld. De minister van Volksgezondheid zou geld moeten vrijmaken voor het toegepast onderzoek dat uit zulke samenwerking voortkomt. Dit betekent een “scherpe wijziging van de huidige koers”.
De stellingname van de Gezondheidsraad past in de trend dat wetenschappelijk onderzoek meer aandacht moet schenken aan maatschappelijke problemen en minder gericht moet zijn op publicaties in prestigieuze wetenschappelijke tijdschriften.
Revalidatie
De actiegroep Science in Transition pleit bijvoorbeeld al enkele jaren voor wetenschap die zich meer op maatschappelijk relevante onderwerpen richt. Dit voorjaar zei oprichter Frank Miedema, decaan van het UMC Utrecht. “Neem onderzoek naar revalidatie. Dat is maatschappelijk zeer relevant. Maar ik moet vechten voor financiën voor dergelijk onderzoek, omdat de grote Amerikaanse wetenschappelijke tijdschriften het niet zo boeiend vinden.”
De kans is groot dat het advies in goede aarde valt, want de overheid wil al langer graag dat wetenschap meer economisch en maatschappelijk nut krijgt. Met allerlei beleid proberen kabinetten de samenwerking tussen wetenschappers en het bedrijfsleven aan te moedigen. Tegenwoordig gebeurt dat in de zogeheten ‘topsectoren’.
Ook de Nationale Wetenschapsagenda, waarvoor iedereen zijn eigen vragen aan de wetenschap mocht insturen, is bedoeld om de wetenschap meer bij de samenleving te betrekken.
Oneens
De UMC’s zijn het oneens met het advies, zeggen ze in de Volkskrant. Volgens hen ziet de Gezondheidsraad niet hoezeer de academische ziekenhuizen de samenwerking met buitenstaanders al hebben omarmd. Ook werken ze volop mee aan de Nationale Wetenschapsagenda.
De tien schrijvers van het advies zijn overigens op één na allemaal hoogleraar aan een UMC.