Groen licht voor reorganisatie Rechten
Rechten mag volgens het plan van het bestuur van de Rebo-faculteit reorganiseren. De faculteitsraad gaf hier vorige week het groene licht voor. Wel vraagt de raad het bestuur allert te zijn op een lastenverzwaring van docenten en het verlies aan onderwijskwaliteit. Ook maakt de raad zich zorgen over de positie van het ondersteunend personeel in de nieuwe organisatie.
Reorganiseren
In 2010 werd bekend dat het departement Rechten 9 miljoen euro moet bezuinigen voor 2015. Allereerst werd een bezuiniging gezocht in het afstoten van vierkante meters en het reorganiseren van het ondersteunend personeel. Er werden 15 voltijdsbanen geschrapt. In 2011 bleken deze maatregelen onvoldoende. Decaan Kummeling maakte bekend rigoreus in het onderzoek te schrappen. Rechten krijgt nu drie onderzoekszwaartepunten en twee parels. Het bacheloronderwijs wordt – indien haalbaar – gegeven in vier honourscolleges met een jaarlijkse instroom van in totaal 400 studenten. De reguliere opleiding, waar nu jaarlijks 800 studenten beginnen, wordt afgebouwd.
Het praktische gevolg is dat de wetenschappelijke top van Rechten wordt gehalveerd: 15 hoogleraren en 17 senior-docenten (UHD) moeten het departement verlaten. Een aantal is al op vrijwillige basis vertrokken. Nu volgt de fase van het gedwongen ontslag: 1 hoogleraar en zo’n 10 seniordocenten staan op de nominatie ontslagen te worden.
De nieuwe organisatie moet 15 november van start gaan.
Het departement Rechtsgeleerdheid van de Rebo-faculteit heeft onder druk van een bezuiniging van in totaal 9 miljoen euro, het roer drastisch omgegooid. Rechten krijgt een nieuw onderwijs- en onderzoeksprofiel. Hierdoor moet de helft van de wetenschappelijke top de opleiding verlaten en komt er een nieuw organisatiemodel.
De faculteitsraad was het al eens met het nieuwe profiel en adviseerde vorige week positief over het reorganisatieplan, maar heeft nog wel een aantal kanttekeningen.
De raadsleden maken zich zorgen over het aantal seniordocenten in de nieuwe organisatiestructuur en vrezen voor de onderwijskwaliteit. Ook vragen ze zich af hoe de afspraken worden gemaakt over het aantal uren onderzoek dat iedere docent mag doen. In de nieuwe organisatie wordt de vaste verdeelsleutel voor onderwijs en onderzoek los gelaten - de zogeheten flexibilisering van het onderzoek. Elk jaar worden hier met de docent-onderzoeker nieuwe afspraken over gemaakt.
Een ander aandachtspunt is de rol van het ondersteunend personeel (OBP). In hoeverre, zo vraagt de raad zich af, verandert het werk van het OBP in de nieuwe organisatie.
Zorgen over de seniordocent
De raadleden vinden dat in de nieuwe organisatie het aantal seniordocenten (UHD) wat mager lijkt. Zeker gezien het nieuwe profiel van de UHD. De senior krijgt in de toekomst een spilfunctie met meer organiserende taken. In verhouding tot het aantal hoogleraren (21,9 voltijdsbanen of fte) en het aantal universitair docenten (35,7 fte), is het aantal UHD’s van 13 fte wel een heel 'smalle nek’. Overbelasting ligt op de loer, denkt de raad.
Decaan Henk Kummeling zegt dat er goed is nagedacht over de personeelsformatie en ziet geen reden om deze te veranderen. Om te voorkomen dat een docent te zwaar wordt belast, is er jaarlijks een gesprek met de facultaire leiding over de taakafspraken. Op dat moment komt ook de verdeling van onderzoeks- en onderwijsuren aan bod. Deze worden bijgehouden in een nieuw te ontwikkelen registratiesysteem. Ook de B&O-gesprekken worden professioneler.
Zorgen over de onderwijskwaliteit
Door de uitstroom van een groot aantal docenten tussen november 2012 en 2016 vreest de faculteitsraad dat het onderwijs aan kwaliteit verliest. De kwaliteit moet hoog blijven, wil Rechten voldoende topstudenten trekken om in de nabije toekomst vier honourscolleges te vullen. Met minder docenten en voorlopig niet minder studenten, lijkt het de raad logisch dat het onderwijs aan kwaliteit inboet. De studenten in de raad vragen zich af of er in de toekomst meer docenten ontslagen zullen worden. Zij verwijzen óók naar het plan om de reguliere opleiding met een jaarlijkse instroom van zo'n 800 studenten af te bouwen om vier colleges met elk een instroom van 100 studenten over te houden.
Volgens Kummeling houdt het huidige personeelsplaatje rekening met de terugloop van studenten. Er zullen niet nog meer docenten ontslagen worden.
De zorgen over kwaliteitsverlies van het onderwijs, deelt de decaan niet. Hij garandeert dat er altijd voldoende onderwijscapaciteit zal zijn, zodat het onderwijs kwalitatief goed blijft. Ook worden kwalificaties van het personeel scherper in de gaten gehouden. Zo moet elke docent zijn basis- of seniorkwalificatie halen.
Zorgen over de ondersteuning
De raad vraag of het werk van het ondersteunend personeel (OBP) gaat veranderen in de nieuwe organisatie, zeker als het gaat om de mensen die werken met seniordocenten. Als het UHD profiel verandert, verlangt dat waarschijnlijk ook een andere vorm of meer ondersteuning. Ook zullen de technische- en ICT-voorzieningen beter hierop moeten worden afgestemd.
De decaan deelt de visie van de faculteitsraad op dit punt en zal er melding van maken in het definitieve reorganisatieplan. Er komt een plan van aanpak waarin duidelijk staat wat wordt verwacht van de ondersteuning en de technische- en ICT-voorzieningen.
Hoe vergaat het ‘t gereorganiseerde OBP
De reorganisatie van het OBP in 2010 is volgens Rebo-directeur Eline de Boer procedureel goed verlopen. “De nieuwe organisatie van het ondersteuned personeel draait.” Natuurlijk is er hier en daar nog wel wat “geschuur” geweest, zegt ze. Mensen moesten wennen aan hun andere taken en of andere gebouwen. “Er zijn cursussen gegeven om medewerkers aan de nieuwe organisatie te laten wennen.”
Hoofd personeelszaken van Rebo Wim de Smidt resumeert: “We gingen van 75 fte naar 60. Van de mensen die ontslag bedreigd waren, heeft er 1 een uitkering en dreigt een tweede een uitkering te krijgen. De rest heeft ander werk gevonden.”