Handicap en studie: universiteiten verliezen voorsprong op hbo
Het aandeel studenten met een functiebeperking is de afgelopen vijf jaar gegroeid van 6,5 naar 9,4 procent. De hbo-studenten zijn dit jaar iets beter te spreken over hun begeleiding en voorzieningen, maar bij de universiteiten stagneert de ontwikkeling.
Onderzoekers van het Leidse Centrum Hoger Onderwijs Informatie vermoeden dat het strengere studieregime in het wetenschappelijk onderwijs zijn tol eist. Daardoor zijn de universiteiten hun voorsprong op de hogescholen vrijwel kwijt. Gemiddeld krijgt het hbo nu een rapportcijfer 6,35 en het wo een 6,4.
De waardering voor de rol van docenten is gestegen. Vooral hbo-docenten zijn begripvoller en hebben meer kennis van zaken dan voorheen. Maar over voorzieningen als aangepaste roosters, herkansingen en toetsen blijven de studenten met een handicap kritisch, en al helemaal over de voorlichting die ze daarover krijgen.
Van de universiteiten springt Wageningen er opnieuw positief uit. “Kennelijk heeft men daar een veel succesvollere aanpak om bijvoorbeeld studenten met dyslexie goed door hun studie te loodsen dan bij de TU’s”, schrijven de onderzoekers
In het hbo staan Avans in Brabant en Windesheim in Zwolle weer bovenaan bij de grote hogescholen. Van de middelgroten doen de NHTV in Breda en de Hogeschool Zeeland het goed. Maar de echte uitblinkers zijn twee particuliere hogescholen (TIO en IVA) en de kleine christelijke hogescholen Driestar en Viaa.
CHOI schreef het onderzoek ‘Gebruikerstoets Studeren met een Handicap 2015’ in opdracht van de stichting Handicap + Studie en baseerde zich dit jaar op een landelijke enquête onder 22 duizend bachelorstudenten met een functiebeperking. Deze maakte deel uit van de grote Nationale Studenten Enquête. Dyslexie, concentratieproblemen en ADHD zijn de meest voorkomende handicaps.