'Hbo’ers de dupe van afschaffen basisbeurs'
Als een nieuw kabinet de basisbeurs afschaft, zullen tienduizenden jongeren niet meer naar het hbo gaan. Dit leidt tot tekorten in de zorg, in het onderwijs en in technische beroepen.
Daarvoor waarschuwt voorzitter Thom de Graaf van de HBO-raad vandaag bij de opening van het collegejaar aan Inholland. Hij keert zich hiermee tegen de plannen van de VVD, PvdA, GroenLinks en zijn eigen partij D66, die de basisbeurs willen vervangen door een lening.
Volgens berekeningen van de HBO-raad, die in de loop van de dag online komen, zullen in het hoger onderwijs zeker 20 duizend studenten wegblijven als de basisbeurs wordt afgeschaft en zij veel meer moeten lenen. Wanneer de politiek besluit om ook de aanvullende beurs af te schaffen, rekent De Graaf op een uitval van 35 duizend voltijdstudenten, waarvan zeker driekwart hbo’ers.
De gevolgen van een leenstelsel zijn volgens De Graaf groter voor hbo-studenten omdat hun ouders vaak minder hoog opgeleid zijn en minder verdienen. Hbo’ers doen daarom vaker dan wo-studenten een beroep op de aanvullende beurs: 33 om 19 procent. Eenmaal afgestudeerd verdient een hbo’er in zijn loopbaan gemiddeld bijna de helft minder dan een academicus, waardoor de hoge studielening voor hen een grotere last is.
In grote steden, waar meer mensen laagopgeleid zijn, verwacht hij een nog groter effect. Vooral jongeren van allochtone afkomst zullen bij het afschaffen van de beurs minder snel aan een studie beginnen. “Wat doet dat met je maatschappij, moet je dat willen?”, vraagt hij in zijn toespraak.
De Graaf hoopt dat het leenstelsel nog eens goed wordt doordacht. “Om slimmer en beter te worden kan de samenleving zich immers geen domme maatregelen veroorloven.”