Hbo komt met nieuw deeltijdonderwijs
Hogescholen willen snel gaan experimenteren met nieuwe vormen van deeltijdonderwijs. Dat zal de Vereniging Hogescholen komende woensdag aan de Tweede Kamer vertellen.
Er moet iets gebeuren aan het Nederlandse deeltijdonderwijs, vindt het kabinet. Want de opleidingen trekken steeds minder belangstelling. In de kenniseconomie is scholing van groot belang, dus waarom gaan er zo weinig mensen naast hun baan studeren?
Misschien komt het doordat tweede studies veel duurder zijn gemaakt. Bovendien zwaaide het vorige kabinet met een langstudeerboete van drieduizend euro per jaar voor trage studenten, wat het enthousiasme ook niet aanwakkerde.
Maar een commissie onder leiding van Alexander Rinnooy Kan wuifde dat weg: het huidige deeltijdonderwijs is gewoon niet flexibel genoeg. Studenten en onderwijsinstellingen zouden meer vrijheid moeten krijgen.
Dat vinden de hogescholen ook, schrijven ze in de aanloop naar een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Ze pakken naar eigen zeggen de handschoen op. Als het aan de hogescholen ligt, kunnen studenten straks verschillende modules volgen – ook aan verschillende hogescholen – om uiteindelijk een diploma te behalen. De ‘leerweg’ zou minder belangrijk moeten zijn dan het behaalde niveau.
Verder zou de overheid minder eisen moeten stellen aan de plaats waar de hogeschool zijn opleidingen aanbiedt. Nu kunnen hogescholen nauwelijks met elkaar concurreren, omdat ze niet zomaar een filiaal in een andere stad mogen openen.
Maar het meest omstreden advies ligt nog steeds gevoelig bij de hogescholen. Rinnooy Kan wil graag experimenteren met ‘vraagfinanciering’. Deeltijdstudenten zouden vouchers moeten krijgen: een soort strippenkaarten die ze bij verschillende onderwijsinstellingen kunnen besteden. Ook bij particuliere instellingen.
“Dit is een slecht idee”, reageerde voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen toen het commissierapport net uitkwam. Het was immers niet zeker dat het systeem tot verbetering zou leiden. Het risico was bovendien dat alleen commercieel aantrekkelijke deeltijdopleidingen overeind konden blijven.
Nu matigt de vereniging haar toon, maar nog altijd lijkt ze niet erg blij met de plannen voor vraagfinanciering. In haar eigen woorden: “De Vereniging Hogescholen vindt dat dit systeem nog onvoldoende concreet is uitgewerkt en nog met veel onzekerheden (over de effecten) en financiële risico’s is omgeven.”