Helft hbo'ers na 5 jaar klaar, wat zegt dat?
Aan de ene hogeschool behaalt minder dan de helft van de studenten het diploma binnen vijf jaar, aan de andere hogeschool ligt het studiesucces veel hoger. Maar wat zegt dat eigenlijk?
Van alle hbo-studenten behaalt 53 procent binnen vijf jaar het bachelordiploma. Jaar na jaar kalft het studiesucces af, blijkt uit cijfers van de Vereniging Hogescholen. De lichting van 2002 was in 59 procent van de gevallen in vijf jaar klaar.
Hier kun je op verschillende manieren tegenaan kijken. Je kunt somberen dat de hogescholen hun onderwijs niet op orde hebben en dat massa’s studenten daardoor vertraging oplopen. Je kunt ook de andere kant op redeneren: de hogescholen stellen steeds hogere eisen en studenten halen niet meer zo makkelijk hun diploma als voorheen.
Dat laatste zegt voorzitter Doekle Terpstra van de Hogeschool Inholland. Nog geen 45 procent van zijn studenten haalt binnen vijf jaar het bachelordiploma. Een jaar eerder was dat nog 48 procent. Maar het lage rendement vindt hij niet vreemd: “We doen geen enkele concessie aan de kwaliteit. We hebben de lat een stuk hoger gelegd. Dat merken we nu.”
Natuurlijk, op de lange termijn vindt hij dit lage studiesucces niet goed genoeg. Maar Inholland moest wel strenger worden. De school lag hevig onder vuur na de rel rond de speciale afstudeertrajecten voor langstudeerders en de vier opleidingen die ondermaats bleken. Terpstra stapte over van de HBO-raad naar de hogeschool om orde op zaken te stellen. “De afstudeereisen hebben een complete metamorfose ondergaan.”
Maar wat zegt een hogeschool dan als er juist veel studenten slagen? Is die dan minder streng? Nee, zegt Paul Rüpp van Avans Hogeschool, waar zestig procent van de hbo’ers in vijf jaar klaar is: ruim anderhalf procentpunt meer dan vorig jaar. Hij wijst op zijn hoge scores in de Nationale Studenten Enquête. “We staan al drie jaar op nummer één en de afstand wordt groter. Bij ons zijn de studenten tevreden over het onderwijs. We houden het kleinschalig, ook al hebben we veel studenten. De cijfers zeggen iets over de kwaliteit van de begeleiding.”
Maar ze zeggen ook iets over de instroom, voegen Rüpp en Terpstra en beiden eraan toe. Bij Inholland is ongeveer één op de drie studenten van niet-westerse afkomst en die groep scoort nu eenmaal veel lager in het hoger onderwijs. Bij Avans is slechts één op de tien van allochtone komaf. Maar hoe je ze ook uitsplitst, naar vooropleiding, afkomst of studiesector, de meeste groepen halen bij Avans sneller hun diploma.
Landelijk is het ‘studiesucces’ in het hbo overigens maar een heel klein beetje afgenomen. De vrije val van de voorgaande jaren lijkt gestuit. Bij Avans veert het rendement zelfs enigszins op. “Dat heeft ook te maken met de langstudeerboete”, denkt Rüpp. “Studenten waren bang dat ze meer collegegeld moesten betalen als ze vertraging opliepen.”
Dat zorgde voor een sprint naar het diploma, meldden verschillende hogescholen en universiteiten. Toch is het rendement over het algemeen niet gestegen. Misschien zou het zonder langstudeerboete harder zijn gedaald.