Helft van de postdocs ervaart constante stress

Laboratorium Koningsbergergebouw, Foto DUB

Over het algemeen zijn postdocs best tevreden over het werk dat ze doen en over het contact met hun collega’s en direct leidinggevende. Toch ervaart bijna de helft constante stress en heeft een derde last van concentratieproblemen, slaapgebrek en depressieklachten. Deze cijfers vragen om actie, zegt de Leidse onderzoeker Inge van der Weijden.

Een mogelijke verklaring voor de klachten is volgens haar de voortdurende staat van onzekerheid waarin veel postdocs verkeren. Het merendeel ziet zijn kansen op een academische carrière somber in. Ook zijn ze slecht te spreken over de begeleiding die de universiteit hun biedt bij het vinden van een vervolgbaan.

“Een postdoc heeft vrijwel altijd een tijdelijke aanstelling op projectbasis”, legt Van der Weijden uit. “Zoiets brengt onzekerheid en competitie met zich mee: je moet altijd net iets beter zijn en net iets meer geld binnenslepen dan je collega’s. En vooral dat laatste kan als jonge onderzoeker lastig zijn. Want zonder beurzen geen papers, maar zonder papers geen beurzen.”

Onzichtbare positie
Samen met onderzoeker Christine Teelken van de Vrije Universiteit Amsterdam peilde Van der Weijden de meningen onder bijna zevenhonderd postdocs werkzaam bij acht Nederlandse universiteiten. Iets meer dan de helft komt uit het buitenland en het merendeel van de respondenten is ingeschaald als ‘onderzoeker 3’ of ‘onderzoeker 4’.

En in die schalen zit meteen een probleem. “Het zijn verzamelcategorieën die de onzichtbaarheid van postdocs alleen maar vergroten”, zegt Van der Weijden. “We hebben onze enquête uitgezet via de hrm-afdelingen van de universiteiten en zelfs voor hen was het lastig om te achterhalen hoeveel postdocs ze precies hadden en wie dat dan waren.”

Mede daardoor worden ze te vaak over het hoofd gezien. “Aan de vergadertafel zitten vaak managers, onderzoekers en phd’s, maar er wordt vergeten om ook een postdoc-vertegenwoordiger uit te nodigen.”

Betere loopbaanbegeleiding
De onderzoekers pleiten daarom voor meer zichtbaarheid en bestaansrecht voor postdocs door middel van een eigen universitair functieprofiel. Ook vinden zij dat universiteiten hun postdocs een betere loopbaanbegeleiding moeten bieden, bijvoorbeeld met een postdoc trainingsprogramma en een eigen netwerk, waar ook voormalige postdocs deel van uitmaken. “Ook als je iemand tijdelijk in dienst neemt, heb je een verantwoordelijkheid om samen na te denken over de volgende stap in zijn of haar loopbaan”, zegt Van der Weijden.

Het werkplezier van postdocs zal gebaat zijn bij meer zichtbaarheid en zekerheid. Het zou ook helpen als postdoc-begeleiders een training krijgen om psychische klachten te leren herkennen, stellen de onderzoekers.

Ook is het mooi meegenomen als het stigma rondom mentale klachten in de academische wereld vermindert. “Studentenstress wordt steeds bespreekbaarder”, zegt Van der Weijden. “Hopelijk geldt dit straks ook voor psychische klachten van postdocs.”

Advertentie