Hoe duur is studeren eigenlijk? Minister bezoekt open dagen
Ze hebben er alles aan gedaan om de basisbeurs te redden, maar helaas. Dus trokken studentenorganisaties LSVb en ISO zaterdag met minister Bussemaker door het land om voorlichting te geven. “Een lening is niet eng, maar je moet er wel goed over nadenken.”
“Voor wie het spannend vindt om een vraag te stellen in zo’n grote zaal, en dan ook nog aan de minister, is er ook een informatiestand in de hal”, stelt de rector van de Radboud Universiteit Nijmegen zaterdagochtend een collegezaal vol studiekiezers gerust. Onderwijsminister Bussemaker is naar de open dag van de universiteit gekomen om vragen te beantwoorden over het nieuwe leenstelsel. Maar even blijft het oorverdovend stil.
Gelukkig is daar een jongen die het aandurft, en al snel volgen er meer. Hoe duur is studeren eigenlijk, vraagt er één. Wat nu als mijn ouders niet kunnen meebetalen, wil een ander weten. En wat gebeurt er eigenlijk met de miljoenen die straks vrijkomen als de basisbeurs is verdwenen? De minister geeft de antwoorden, en ook Tom Hoven van de Landelijke Studenten Vakbond en zijn collega Aard Claassens van het Interstedelijk Studenten Overleg leggen uit het hoe zit.
Als de minister weer wil vertrekken, staan actievoerders haar buiten op te wachten. Althans, dat zijn de berichten binnen, in de collegezaal. Buiten staan twee studenten die zich solidair verklaren met de actievoerende studenten in het Amsterdamse Maagdenhuis. Terwijl ze de minister van Onderwijs een flyer overhandigen, kijken twee bewakers toe.
“Ze hadden gezegd dat er een grote groep stond”, zegt de minister verbaasd als ze weer in de bus stapt. “Dat viel ook een beetje tegen.”
De reis gaat vanuit Nijmegen verder naar de open dagen van de Technische Universiteit Eindhoven en de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Tijdens de busreis gaat het over de toekomst van de kleine talen in Nederland, het belang van de geesteswetenschappen en het oproer aan de UvA in Amsterdam. “Heb jij nog iets gehoord van de mensen in Maagdenhuis?”, vraagt de minister aan Tom Hoven. “Want ik wacht nog steeds op een uitnodiging.”
Er zou tijdens de busreis een skypeverbinding gemaakt worden met de Erasmus Universiteit in Rotterdam, maar daar blijkt niemand in de zaal te zitten dus die afspraak gaat niet door.
Nog maar een paar maanden geleden lagen de studentenorganisaties op ramkoers met minister Bussemaker over de afschaffing van de basisbeurs. Onaanvaardbaar, vonden ze. Nu leggen Hoven en Claassens samen met de minister uit hoe het nieuwe stelsel in elkaar zit. Raar? “Nee”, zegt Hoven stellig. “We hebben daar niet over hoeven twijfelen. De basisbeurs verdwijnt, dat is nu helaas de realiteit. Wij moeten er nu alles aan doen om te zorgen dat studenten weten waar ze aan toe zijn.”
“Een lening is niet eng, maar je moet er wel goed over nadenken”, is Bussemakers centrale boodschap zaterdag. Is Hoven tevreden over haar verhaal? Hij kijkt bedenkelijk. “Laat ik het zo zeggen: het is beter dan het was. Maar op sommige punten zijn we het gewoon niet eens. De minister zegt bijvoorbeeld dat de terugbetaalvoorwaarden zijn versoepeld, wij denken daar anders over: 35 jaar lang terugbetalen is niet beter dan vijftien jaar.”
De voorlichtingscampagne van het ministerie lijkt in ieder geval te werken. Steeds meer studenten, scholieren en ouders weten wat er vanaf september allemaal gaat veranderen in de studiefinanciering, blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau GFK dat deze week openbaar wordt. Toch is er nog werk aan de winkel: zo schatten veel respondenten de kosten van studeren te laag in en denkt één op de vijf van de huidige studenten onterecht dat hij volgend jaar zijn basisbeurs verliest. Ook opvallend: bijna niemand weet dat studenten dankzij het leenstelselakkoord instemmingsrecht krijgen op de hoofdlijnen van de begroting.
Dat valt ook de minister op. “Er worden weinig vragen gesteld over de medezeggenschap”, constateert ze als de groep in Eindhoven weer in de bus stapt. Dus benadrukt ze in haar eigen inleiding keer op keer: “Het studievoorschot gaat over méér dan alleen de afschaffing van de basisbeurs. Jullie krijgen, als jullie straks gaan studeren, ook meer te zeggen over de besteding van het geld.”
Maar de scholieren en hun ouders zijn nu nog met andere dingen bezig: de studiekeuze, wie betaalt wat en wil ik op kamers. “Ik vind het stom dat de basisbeurs verdwijnt”, zegt scholier Wouter Baerends (16) in Nijmegen. Maar het is voor hem geen reden om af te zien van een studie. Vader Huib Baerends knikt. “Al vraag ik me wel af wat er gebeurt met die miljoenen uit het leenstelsel. Dat vind ik allemaal nogal vaag.”
In Utrecht twijfelt Layla de Vriend (19) nog. Ze heeft tijdens de voorlichting driftig aantekeningen gemaakt. “Ik zou ook kunnen kiezen voor een mbo-opleiding werken en leren”, overweegt ze. “Dan is er gewoon een inkomen. Maar ik moet mijn keuze eigenlijk niet baseren op geld.”
Dat is precies de boodschap die studiekiezers in elke stad meekrijgen van de minister. “Bereid je goed voor, maak een financieel studieplan en kijk wat bij jou past. Maar is er geen reden om vanwege de studiefinanciering niet te gaan studeren. En echt, er zijn periodes in mijn leven waarvan ik denk: prima dat ik dat heb meegemaakt, maar ik zou het niet over willen doen. Mijn studententijd daarentegen, die zou ik graag nog een keer meemaken.”