Hoe fel is de strijd om uitvindingen van studenten?
Van innovatieve enkelbanden tot websites waarmee je thuis vanaf de bank een maaltijd kunt bestellen: studenten hebben soms briljante ideeën. Maar van wie is dat idee dan?
Volgens NOS op 3 belanden sommige studenten in een jarenlange strijd met hun universiteit om het intellectuele eigendom van hun idee. Gesprekken aan de onderhandelingstafel resulteren dan in het klassieke gevecht van de reus tegen de dwerg: de student zou als eenling niet zijn opgewassen tegen de juridische kracht en kennis van de universiteit. En duidelijke regels over wie de eigenaar is van de uitvinding zijn er niet.
Moeten die regels er dan niet snel komen?
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het is lastig om te beoordelen in hoeverre een student door de universiteit bij het bedenken van zijn of haar uitvinding is geholpen. Zo is de ene student misschien intensief begeleid door een docent, maar heeft de ander slechts gebruik gemaakt van een lab of een printer op de universiteitscampus.
Het beleid dat de Universiteit Utrecht aanhoudt is in ieder geval in lijn met de Rijksoctrooiwet en het richtsnoer van universiteitenvereniging VSNU, vertelt woordvoerder Maarten Post. “Vooral waar het een stage betreft, biedt de Rijksoctrooiwet het uitgangspunt.” Studenten die bijvoorbeeld in een commerciële onderneming onderzoek doen, sluiten vaak een stagecontract af met de betreffende onderneming. Daarbij staat die onderneming de stage vaak alleen toe als de student de rechten voor intellectueel eigendom van eventuele ontdekkingen overdraagt aan de onderneming. Dit is echter primair een zaak tussen onderneming en student, vindt Post.
Verder licht hij toe dat studenten in beginsel vrij zijn om eigen ontdekkingen om te zetten in een start-up, tenzij ze dit doen in het kader van een stage bij een onderzoeksgroep van UU of UMCU. In dat geval wordt studenten gevraagd intellectueel eigendom af te staan. “Reden is dat een uitvinding veelal meerdere uitvinders heeft, en de uitvinding vaak ook voortborduurt op langjarig onderzoek. Eenduidigheid van het eigendom is een belangrijke randvoorwaarde voor succesvolle valorisatie van octrooien. Student-uitvinders worden vervolgens net zo beloond als andere uitvinders/medewerkers: ze delen mee in eventuele netto revenuen.”
Hoe neem je dan uiteindelijk een beslissing als universiteit?
Door elk geval apart te bekijken, zegt Rob Mayfield, directeur bij Luris, het Knowledge Exchange Office van de Universiteit Leiden. “Het zijn complexe vraagstukken, die soms tot frustratie kunnen leiden bij studenten. Ze zijn geen werknemers, dus in principe zijn zij eigenaar van hun ideeën. Maar in hoeverre heeft de student gebruik gemaakt van materialen en infrastructuur van de universiteit? En was hij afhankelijk van ander publiek bekostigd onderzoek?”
Is er dan geen enkele leidraad denkbaar?
VSNU wil inzetten op betere informatievoorziening en verwachtingsmanagement. “Het is vooral belangrijk dat studenten met een nieuw idee hun rechten goed in beeld hebben én dat zij weten wat de spelregels zijn”, zegt woordvoerder Bart Pierik. Ook volgens hem is één uniforme regelgeving simpelweg niet mogelijk. “Elke universiteit zit anders in elkaar.”
Wel wordt de VSNU-Richtsnoer omgang met intellectuele eigendomsrechten (IER) op dit moment geactualiseerd, waar de UU aan bijdraagt. “Het proces van afstemming over intellectueel eigendom van studenten is medio maart dit jaar van start gegaan en wordt naar verwachting begin 2020 afgerond, wat zal resulteren in een aanvulling op het huidige VSNU richtsnoer”, aldus Post.
Waar zit het verschil in beleid tussen universiteiten?
Studenten aan de TU Eindhoven doen al voordat zij aan hun studie beginnen met een verplicht vinkje afstand van hun intellectuele eigendom. Bij de TU Delft gebeurt dit niet, maar die neemt soms wel aandelen in start-ups van studenten in ruil voor een bijdrage aan de patentkosten.
Gaat het allemaal om geld?
Niet volgens Mayfield van de Universiteit Leiden. “De missie van een universiteit is niet om geld te verdienen aan studenten, maar juist om studenten te helpen om zelf een positieve invloed uit te oefenen op de samenleving.”
En die aandelen dan?
VSNU-woordvoerder Pierik zegt dat het gebruikelijk is dat er iets tegenover staat wanneer een universiteit investeert in een patent. “Universiteiten zijn publieke instellingen, deels gefinancierd met belastinggeld. Daarom mogen zij niet zomaar geld weggeven aan start-ups van studenten. Anders creëer je een oneerlijk speelveld voor andere beginnende ondernemingen.”
Ook volgens Luris-directeur Mayfield kan een universiteit niet zomaar uit haar eerste geldstroom (het geld uit de rijksbijdrage) investeren in een studentenbedrijf. “Zo’n investering moet komen uit tweede- en derde geldstromen, bijvoorbeeld uit de commercialisering van onderzoek.”
Liggen innovatieve studenten vaak met hun universiteit in de clinch?
“Voor zover wij weten gaat het slechts om enkele gevallen per jaar”, zegt de VSNU. Op de UU komen gevallen waarin studenten de uitvinder zijn ook maar sporadisch voor, en de TU Delft kan slechts twee voorbeelden noemen. NOS op 3 geeft geen exacte aantallen.
Gebeurt het vooral op technische universiteiten?
“We horen deze verhalen voornamelijk vanuit de technische universiteiten, maar ook op kleinere schaal bij de bèta-opleidingen.” zegt voorzitter Alex Tess Rutten van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). “We hopen dat de politiek dit onderwerp oppakt.” Dat is inmiddels gebeurd: de VVD heeft Kamervragen gesteld.
Tot slot: wat vinden de universiteiten ervan?
De TU Delft laat weten dat ze zich niet herkent in het beeld dat NOS op 3 schetst. De TU Eindhoven noemt het standaard afstand doen van intellectueel eigendomsrecht door studenten een voorzorgsmaatregel, omdat er veel met externe bedrijven wordt samengewerkt. Ook volgens een jurist van de Universiteit Twente is de praktijk “in ieder geval op de UT, flink genuanceerder”, schrijft onafhankelijk nieuwsmedium U-Today.