Hoger onderwijs loont steeds meer

Er zijn nog altijd niet genoeg hoogopgeleiden in Nederland, meent het Centraal Planbureau. Daardoor gaan afgestudeerde hbo’ers en wo’ers steeds meer verdienen. Mbo’ers krijgen het daarentegen moeilijker.

In deze economische crisis raken vooral mbo’ers hun baan kwijt, schrijft het CPB. “Dit is een fenomeen dat in eerdere recessies niet of nauwelijks zichtbaar was. In de jaren zeventig en tachtig verdwenen vooral veel banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.”

Het past in een trend die al ver voor de huidige crisis werd ingezet, meent CPB-onderzoeker Bas ter Weel. “Als je door de crisis heen kijkt, zie je dat er steeds minder werk is voor mbo’ers.”

In zijn ‘policy brief’ heeft hij daar een verklaring voor: “Routinematig werk dat is gebaseerd op regels en instructies, kan veel efficiënter en foutloos door computers worden uitgevoerd. Het sorteren, opslaan en opzoeken van informatie zijn hiervan voorbeelden.”

Hoger onderwijs loont daardoor steeds meer. Er is een steeds groter verschil in salaris tussen hoogopgeleiden en de rest. Hieruit concludeert het CPB dat er nog altijd een tekort is aan hoogopgeleiden: anders zouden ze niet steeds meer gaan verdienen.

In 2011 waren er 141.000 laagopgeleiden werkloos (7,8 procent) en 171.000 gemiddeld opgeleiden (5,2 procent), terwijl er slechts honderdduizend hoogopgeleiden zonder baan zitten: 3,8 procent.

“Het zou kunnen dat hoogopgeleiden in deze crisis werk onder hun niveau accepteren”, zegt Ter Weel. “Daar heb ik niet naar gekeken. Maar dit rapport gaat vooral over de trend op de langere termijn, nog los van crisis of voorspoed.”

Zijn advies aan beleidsmakers: zorg voor goed onderwijs, zodat het aanbod van goed opgeleide werknemers groeit. Dat is een manier om lage en hoge lonen niet verder uit elkaar te laten groeien.

Advertentie