Hoogleraren moeten promovendi beter begeleiden
De begeleiding van promovendi kan beter, zei aanstaand KNAW-president Hans Clevers bij de lustrumviering van het Promovendi Netwerk Nederland. Universiteiten moeten daar meer hun best voor doen.
Clevers sprak de promovendi donderdagavond toe en benadrukte vooral de sterke kanten van jonge Nederlandse wetenschappers: ze zijn kritisch en hun proefschriften zijn erg goed. En ze mogen in hun handen knijpen: de meesten krijgen salaris en bouwen pensioen op, terwijl ze in veel andere landen juist betalen om te promoveren.
Nederlandse promovendi kiezen volgens Clevers niet altijd voor de beste instituten en staren zich bovendien blind op een carrière in de wetenschap. “Realiseer je dat daar maar weinig werk is. En als je op de universiteit blijft, moet je bij de besten horen. Anders heb je geen boeiend leven.”
Na zijn toespraak gingen de onderwijswoordvoerders van VVD, PvdA en SP kort met elkaar in debat. Ze hadden maar weinig tijd, vanwege het verantwoordingsdebat in de Tweede Kamer, waar Wilders hen om de haverklap liet opdraven om te stemmen, aldus Anne-Wil Lucas van de VVD.
Na een korte gespreksronde over door bedrijven gesubsidieerd wetenschappelijk onderzoek, wilde Lucas de promovendi nog iets voorleggen. Haar partij heeft het plan om de bonus van enkele tienduizenden euro’s, die een universiteit per promotie krijgt, deels als beurs aan de gepromoveerde uit te keren. Zodat die zich verder kan ontwikkelen na zijn promotie of er bijvoorbeeld kantoorruimte van kan huren.
Dat klinkt mooi, reageerde een Leidse promovenda, maar wat zijn de gevolgen van dat plan voor de begeleiding? De promovendibonus is volgens haar een goede stok achter de deur voor druk bezette promotoren om iemand naar de eindstreep te brengen. Begeleiders hebben het vaak veel te druk en als promovendus ben je sterk afhankelijk van hun grillen. “Als de onderwijsdirecteur een keer komt zeuren over die bonus, is dat voor de hoogleraar een belangrijke prikkel.”
Ze kreeg bijval van Jaap Timmer, universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit en lector aan de Hogeschool Windesheim, en tevens de oprichter van het PNN in 1987. “Ik begeleid zelf promovendi en daar is heel weinig waardering voor.” Veel hoogleraren zijn er niet goed in en zouden daarvoor op cursus moeten, vindt Timmer. “Ik heb in twaalf jaar tijd tien promovendi gezien die op een brancard de deur uit werden gedragen. En dat kwam door de hoogleraar.”
Ook Hans Clevers mengde zich in de discussie. Op zijn instituut, Universiteit Utrecht, wordt de begeleiding van promovendi tegenwoordig jaarlijks gemonitord (PDF). “Het is heel belangrijk om in te breken op die verhouding tussen promovendus en promotor.” Dat kan vervelend zijn, maar het is wel nodig, zei hij. Zijn standpunt werd met applaus ontvangen.