Hoogleraren snappen zorgen promovendi over publicatiedruk niet
Promovendi klagen op een discussiemiddag van de KNAW over de hevige concurrentie en de druk om te publiceren. Hoogleraren snappen dat niet helemaal: “Als je het niet leuk vindt, zit je op de verkeerde plek.”
Afgelopen vrijdag mochten promovendi in het Trippenhuis van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen hun mening spuien. Want ze kwamen zo weinig aan het woord, vond de KNAW.
In hun beste Engels, met veel eh’s tussendoor, spraken de aanwezige promovendi over promoveren. Ze voelden zich miskend, leek de teneur. De onderlinge concurrentie loopt volkomen uit de hand en “we publiceren om de verkeerde redenen”.
In de zaal zaten vrijwel alleen bezorgde promovendi, plus een stuk of vijf hoogleraren. De aanwezigen mochten stemmen over stellingen, waaronder: “Het systeem is zo competitief geworden dat diegenen vertrekken die we juist aan de universiteit willen behouden. Er zou meer begeleiding moeten komen, in plaats van meer promovendi.”
Bijna tachtig procent was het daarmee eens. De aanwezigen morden over carrièrekansen - de meesten krijgen geen ban aan de universiteit - en over het gebrek aan begeleiding: het zou allemaal niet beter worden als universiteiten nog meer promovendi gingen werven. Groei van het aantal promovendi zou zelfs schadelijk zijn voor de wetenschap, stelde iemand.
Maar er klonk ook een tegengeluid: “Wij hebben makkelijk praten omdat wij al promovendi zijn”, zei iemand. “Wij kunnen nu wel zeggen: laat niemand er meer in. Maar wij zijn blij dat we kunnen promoveren en dat zullen anderen ook zijn. Waarom laten we de keuze niet aan de komende promovendi: je mag meedoen aan de ratrace, maar er is minder tijd om je te begeleiden.”
Heel heldere aanbevelingen hadden de promovendi niet. Iemand verzette zich tegen de promotiebonus (“It gives a perverse prikkel… incentive… to do this”), waarop iemand anders uitlegde dat universiteiten er dankzij die bonus belang bij hebben dat promovendi hun werk afmaken, en dat is weer in ieders voordeel.
In de paneldiscussie hadden de uitgenodigde hoogleraren weinig geduld met de klachten van promovendi. “Promoveren moet fun zijn”, zei Pieter Doevendans, hoogleraar cardiologie in Utrecht. “Anders zit je op de verkeerde plek.” Ook publiceren zou leuk moeten zijn, stelde de Maastrichtse hoogleraar digitale cultuur Sally Wyatt: “Je tekst opsturen, kritiek krijgen, publiceren, gelezen worden… It is kind of what we do.”
Overigens is het volgens de hoogleraren helemaal niet erg dat promoveren moeilijk is. Niet iedereen hoeft er geschikt voor te zijn. “Soms zegt een promovendus: ik wil naar de psycholoog”, aldus Wyatt. “Maar een PhD doen is geen pathologische aandoening. De psycholoog is er niet om je bij te staan in de marathon die de promotie nu eenmaal is.”
Wyatt was misschien wel de enige Engelstalige op de bijeenkomst. Tijdens de borrel vroeg ze met een ironisch lachje: “Waarom moest het eigenlijk in het Engels?” Dat wisten de promovendi om haar heen ook niet goed.