Adviesraad AWTI:
Innoveren gaat beter met sociale wetenschappen erbij
Bij het woord ‘innovatie’ denken we meestal aan technologische vooruitgang en wetenschappelijke doorbraken, stelt de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) in een nieuw rapport. Maar er komt meer bij kijken.
De AWTI breekt een lans voor het sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek. De overheid moet volgens de raad zorgen dat deze disciplines een grotere rol kunnen spelen.
Het gaat om richtingen als psychologie, sociale studies, economie, recht, cultuurwetenschappen en filosofie. De raad noemt allerlei kwesties waarin deze disciplines van waarde kunnen zijn, zoals de opmars van kunstmatige intelligentie, de energietransitie en het migratievraagstuk.
Stikstof
Of neem de stikstofcrisis. De overheid wilde die tamelijk technocratisch oplossen, met uitstootbeperkingen en het uitkopen van boeren. Er was weinig aandacht voor de identiteit van het platteland en voor het wantrouwen dat eerder beleid had gewekt. Ook de rechten en vrijheid van boeren kwamen nauwelijks ter sprake.
De coronacrisis is een ander bekend voorbeeld. Het medisch perspectief overheerste en de sociale effecten zijn te lang genegeerd. Denk aan leerachterstanden bij kinderen, ouderen die eenzaam zijn gestorven en het gebrek aan draagvlak bij delen van de bevolking.
Dus is het advies aan de overheid: neem het innovatiebeleid op de schop en zorg dat de sociale - en geesteswetenschappen erbij betrokken worden. “Het huidige innovatiebeleid is ontworpen met een te beperkte blik op innovatie.” Bij subsidieaanvragen zou het makkelijker moeten worden om deze disciplines erbij te betrekken.
Uitgedaagd
Maar de sociale - en geesteswetenschappen moeten zelf ook veranderen en meer op innovatie gericht raken, meent de AWTI. Ze kunnen vaker de verbinding zoeken met de kunsten en ontwerpdisciplines. In hun onderwijs zou de praktijk een grotere rol moeten spelen, zoals bijvoorbeeld in opleidingen als geneeskunde. Misschien kunnen ze iets leren van het hbo, waar dat al vanzelfsprekend is.
Ten slotte kunnen ook de diverse ministeries bij hun werkzaamheden meer oog krijgen voor sociaalwetenschappelijke en geesteswetenschappelijke inzichten. Het kan helpen voorkomen dat beleid averechts werkt of dat goede oplossingen vertraging oplopen.
Het rapport is overhandigd aan demissionair minister Robbert Dijkgraaf, die bij de overhandiging vriendelijke woorden sprak, vooruitlopend op een officiële reactie van het kabinet. Een pleidooi om over de grenzen van wetenschappelijke richtingen te kijken kon hij in elk geval onderschrijven.
Aanloop
Voor dit advies heeft de raad in verschillende bijeenkomsten met allerlei mensen van universiteiten, hogescholen, ministeries en instanties gesproken. Dat heeft al veel teweeggebracht, meent voorzitter Eppo Bruins. “De meeste impact maken we in de aanloop naar een advies.”