Internationalisering: minister verdedigt haar ‘balanceer-act’

Dennis Wiersma van de VVD vreest dat de Nederlandstalige variant het afvoerputje wordt als er een numerus fixus komt voor Engelstalige tracks. Foto: Debat Tweede Kamer

Er ligt een nieuw wetsvoorstel op tafel dat moet voorkomen dat de groei van het aantal internationale studenten doorschiet. De minister typeert het als een “balanceer-act”, waarin ze rekening moet houden met “de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs, de meerwaarde van internationalisering en het belang van onze taal”. Woensdag mocht de Tweede Kamer op haar plannen schieten.

Toezien op voertaal
In haar voorstel wil Van Engelshoven strenger toezien op de voertaal van opleidingen. Ze moeten in principe Nederlandtalig zijn, tenzij het “meerwaarde” heeft om daarvan af te wijken. De meeste partijen vinden dat goed klinken, maar ze vragen zich nog wel af hoe de minister die “meerwaarde” wil toetsen.

Dat kon ze nog niet toelichten, maar ze beloofde de Kamerleden dat ze over haar schouder mogen meekijken bij de invulling ervan. “Zo kunt u zelf behoordelen of u vindt dat ik scherp genoeg aan de wind vaar. Ik kan voor geen meter zeilen, dus daar heb ik uw oordeel ook hard bij nodig.”

Om de instroom van buitenlandse studenten in te perken zonder de Nederlandse studenten tegen te houden, heeft Van Engelshoven nog een plan: ze wil het mogelijk maken om een numerus fixus op de Engelstalige variant van een opleiding te zetten en niet de Nederlandstalige. Ze wil daar zelf de hand in hebben: instellingen moeten eerst toestemming vragen, ook als zij een instroombeperking bij Nederlandstalige studies willen. Een commissie toetst of de instellingen hun keuze genoeg onderbouwen.

Afvoerputje
Gaat de minister daarmee niet op de stoel van de bestuurders zitten, klonk de kritiek. Maar de minister wil dat universiteiten en hogescholen terughoudend omgaan met het instellen van een numerus fixus. Zeker bij instroombeperkingen vanwege capaciteitsproblemen betwijfelt ze of instellingen er alles aan hebben gedaan om een fixus te voorkomen.

VVD en GroenLinks vrezen dat de Nederlandstalige variant het “afvoerputje” wordt als er op de Engelstalige tracks een numerus fixus komt. “Die zorgen kan ik wegnemen”, stelde de minister. “De kwaliteit binnen één opleiding wordt op dezelfde manier getoetst. Voor het examen en het curriculum gelden dezelfde niveaus.”

Van de VVD en het CDA mogen de instroombeperkingen nog strenger, met name voor studenten die van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) komen. Van Engelshoven ziet wel wat in een “noodrem bij onverwacht hoge instroom”. Ze staat zelfs “welwillend tegenover” een “speciaal compartiment in de numerus fixus voor het aantal niet-EER-studenten.” Ze vindt het wel spannend, want ze weet niet of het juridisch overeind blijft. Het is namelijk de vraag of je studenten mag weren op basis van hun nationaliteit.

Nederlands leren
Als internationale studenten eenmaal voor Nederland hebben gekozen, verwacht de minister ook dat zij een beetje hun best doen om de Nederlandse taal te leren. Is dat ook verplicht, wilden veel Kamerleden weten. Nee, zei Van Engelshoven. “Het gaat om een facultatief aanbod. Ze moeten wel de mogelijkheid krijgen, want dat vinden we nou juist zo waardevol voor de integratie, maar ook om de stay rate te verhogen.” Studenten die na hun studie in Nederland blijven, brengen immers meer geld in het laadje.

Ook de Nederlandse student moet de taal goed leren beheersen. Er komt zelfs een norm voor de ‘uitdrukkingsvaardigheid’ van studenten. Dat levert de onderwijsinstellingen weer extra werk op, stellen GroenLinks en PvdA. Moet daar dan geen financieel steuntje in de rug tegenover staan? De minister vindt van niet: hogescholen en universiteiten hebben nu ook al de taak om hun studenten goed Nederlands te leren. De regels worden slechts wat aangescherpt.

Steenkolenengels
Er waren meer zaken waar de Kamer zich druk om maakte. Instellingen moeten volgens de nieuwe wet op zijn minst een kostendekkend tarief vragen aan niet-EER-studenten. Dat kan de minister best uitleggen: “Anders zeggen wij tegen de Nederlandse belastingbetaler: u moet extra betalen voor een heel kapitaalkrachtige Koreaanse, Chinese of Indiase student”.

GroenLinks en PvdA zijn echter bang dit een hobbel kan vormen voor studenten uit lagelonenlanden als Bangladesh. Kan voor hen geen uitzondering worden gemaakt? Nee, stelde de minister, voor hen zijn er genoeg beurzen waar ze aanspraak op kunnen maken.

En hoe zit het met het steenkolenengels van sommige docenten? Zou daarvoor niet een plan van aanpak moeten komen? “Dat zou in ons systeem van hoger onderwijs een heel vreemde eend in de bijt zijn”, reageerde Van Engelshoven. Instellingen maken daar zelf afspraken over. Ze ontraadde de motie van VVD en ChristenUnie.

Brief van rectoren
In een open brief benadrukken dertien rectoren van de Nederlandse universiteiten het belang van internationalisering. Een internationaal perspectief hoort bij de goede voorbereiding van studenten op de toekomst. Internationalisering en inclusiviteit gaan hand in hand, zeggen de rectoren. De universiteit moet open en toegankelijk zijn, ongeacht herkomst, status, religieuze of seksuele oriëntatie en of je ouders nu gestudeerd hebben of dat jij de eerste bent in jouw familie die naar de universiteit gaat.  

De rectoren zeggen wel begrip te hebben voor de zorgen die leven in de politiek en de samenleving. Zo willen ze met intensieve taalcursussen zowel de Nederlandse en Engelse taalvaardigheid verbeteren, zowel van Nederlandse als internationale studenten. Vragen ze de overheid om te mogen selecteren op Engelstalige tracks, juist om te zorgen dat de Nederlandse student niet in de verdrukking komt en werken ze met gemeentes en huisvesters samen om meer woonruimte voor studenten te regelen.

Aanstaande dinsdag stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel, de amendementen en de moties.

Advertentie