ISO geeft groen licht aan proef met omstreden onderwijskeuring

Mogen hogescholen en universiteiten straks hun eigen onderwijs gaan keuren? Het aangekondigde experiment met ‘instellingsaccreditatie’ is omstreden, maar het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) wil het wel een kans geven.

In de politiek en het hoger onderwijs zijn de meningen verdeeld over een proef met ‘instellingsaccreditatie’. In de komende jaren mogen zes hogescholen en zes universiteiten zelf de kwaliteitsbewaking van hun opleidingen ter hand nemen. Als ze dat goed doen, wordt de hele onderwijsinstelling in één klap goedgekeurd.

Ook de twee landelijke studentenorganisaties zijn het oneens. De Landelijke Studenten Vakbond ziet er niets in en meent dat de slager zijn eigen vlees gaat keuren: dat moet wel tot misstanden leiden. Maar het Interstedelijk Studenten Overleg wil de pilot wel een kans geven, zegt bestuurslid Tycho Wassenaar.

Waarom willen jullie zo’n nieuwe keuring?
“Het huidige systeem van opleidingskeuringen is niet de heilige graal. We zien wel kansen in een beperkte pilot. Misschien kan een instellingsaccreditatie meer ruimte bieden aan verbetering van het onderwijs. Uit onderzoek en evaluaties blijkt dat daar te weinig aandacht voor is.”

Hoezo?
“Ik heb zelf bij een accreditatie gezeten van sociologie in Utrecht. Een opleiding moet - en dat hoor ik ook van anderen - door allerlei hoepels springen. Bij ons kwamen er Amsterdamse sociologen langs die vooral wilden praten over de vraag wat sociologie is, en zou moeten zijn, terwijl het toch over de kwaliteit van het onderwijs zou moeten gaan.”

Waarom kun je het daar dan niet over hebben?
“Omdat je altijd met een bepaalde mate van dreiging zit: als het volgens het panel van deskundigen niet goed genoeg is, kan de opleiding uiteindelijk sluiten. Die dreiging helpt niet om het over verbeteringen te hebben. Opleidingen worden er defensief van. Als je die dreiging weghaalt en bij het bestuur neerlegt, ontstaat er misschien meer ruimte voor verbetering. Het kan echt geen kwaad om daar in een beperkte pilot naar te kijken.”

Je zou toch ook de opleidingsaccreditaties kunnen verbeteren, zoals het kabinet gaat doen?
“Jawel, maar zo’n pilot sluit verbetering van het huidige stelsel niet uit. Die opleidingsaccreditaties verdwijnen voorlopig niet.”

Bij sommige opleidingen is allang duidelijk wat er moet verbeteren, nog los van het systeem van accreditatie. Bij veel rechtenopleidingen zijn te weinig docenten en rammelt de methodologie. Als ze dat nu niet verbeteren, waarom zouden ze dat in een nieuw systeem dan wel doen?
“Dat is een goede vraag. Maar in dat geval ligt het probleem niet bij het systeem van accrediteren. Er is misschien sprake van onderfinanciering terwijl studentenaantallen stijgen. Dat zijn systeemkenmerken: een opleidingsdirecteur is dan vaak ook machteloos. Een bestuur zou dáár iets aan moeten doen, in welk keuringssysteem dan ook. Kijk, ook bij een instellingsaccreditatie wordt de basiskwaliteit nog steeds gecontroleerd door externe deskundigen en moeten de rapporten openbaar zijn. Alleen leg je de verantwoordelijkheid op een ander niveau, zodat de dreiging voor een opleiding minder rechtstreeks is. Het is interessant om te kijken of er in het nieuwe systeem meer ruimte voor onderwijsverbetering is. Er zijn bovendien veel opleidingen waar het gewoon heel goed gaat, zoals de university colleges. Dan heb je eigenlijk alleen maar iets aan een verbetergesprek, en weinig aan een verantwoordingsgesprek. Het is bijvoorbeeld interessant om in zo’n gesprek te vragen of de ervaring van het university college ook andere opleidingen kan helpen.”

Zullen onderwijsinstellingen hun zwakke punten willen blootleggen? Dat hebben ze in het verleden ook niet uit zichzelf gedaan.
“De universiteitenvereniging pleit voor ‘verdiend vertrouwen’ voor de universiteiten, maar dat is een ongelukkige motivatie. Daar gaat het ook niet om, het gaat om de argumenten. Wij vechten ook niet schouder aan schouder met de universiteitenvereniging voor de instellingsaccreditatie, we willen alleen maar een beperkte pilot. Het is dan aan de onderwijsinstellingen om te laten zien hoe instellingsaccreditatie het onderwijs verbetert en hoe ze de medezeggenschap en opleidingscommissies een grotere rol geven.”

Voorzitter Anne Flierman van accreditatieorganisatie NVAO waarschuwde bestuurders: weet wat je wenst.
“De druk op bestuurders om op de hoogte te zijn van de problemen bij hun opleidingen zal toenemen bij instellingsaccreditatie. Maar dat is niet erg, zeker niet in een beperkte pilot. Dat biedt juist de mogelijkheid om een bestuurder verantwoordelijk te houden.” 

Advertentie