Rechtenstudent is sensatie, maar toch ontevreden
Job Geerds vliegt tijdens EK atletiek, tot de laatste horde

Job Geerds (22) behaalde in zijn eerste internationale finale uiteindelijk een vijfde plek. Dat deed hij in de discipline waarin hij de afgelopen drie jaar al de nationale titel wist te winnen.
Vooruit geschreeuwd door het thuispubliek had hij na een goede start heel even hoop op een medaille, maar bij de laatste horde was dat voorbij. “Het schoot een beetje in mijn hamstring. Ik weet nog niet of het gewoon een pijntje is of een echte blessure.”
Het is even afwachten dus voor de rechtenstudent, maar de blessure vergrootte wel de teleurstelling na afloop. Hij was nog niet zo heel lang hersteld van een blessure aan diezelfde hamstring.
Het stadion ontplofte
Desondanks genoot Job van het kampioenschap in eigen land. “Een toernooi in Nederland is veel leuker. Familie en vrienden konden komen kijken. En toen mijn naam werd omgeroepen, ontplofte het hele stadion.”
Alle belangstelling bracht natuurlijk ook extra druk met zich mee. Maar dat had alleen maar een positief effect op zijn prestaties. “Met druk loop ik harder.”
In de halve finale wist Job te verrassen met een persoonlijk record van 7,54 seconden, slechts tweehonderdste boven het Nederlands record van Gregory Sedoc – de inmiddels gestopte atleet en nu commentator voor de NOS.
“Maar die tweehonderdste is niet zozeer mijn doel”, zegt hij vol zelfvertrouwen. Hij droomt graag groter. Hij wil graag een van de besten ooit worden, wereldwijd. Dat betekent dat hij over drie jaar bij de Olympische Spelen in Los Angeles een medaille wil halen.
Op de korte termijn kijkt hij naar het WK outdoor in Tokyo. Daar hoopt hij zich te plaatsen voor de finale op de 110 meter horden. Een afstand die hem, door zijn lange lichaam, eigenlijk beter ligt dan de kortere indoor-variant. “Ik heb dan meer tijd om vanuit de startpositie omhoog te komen.”
Alleen maar lastiger
Job is behalve topsporter ook student. Hij moet nog twee vakken halen om zijn bachelor af te ronden. “Het is lastig, en wordt eigenlijk alleen maar lastiger. In de eerste twee jaar heb ik alles gehaald, maar nu blijf ik nog met die twee vakken zitten. Ik zit gewoon vaker in het buitenland: daardoor heb ik al voor de derde keer een tentamen moeten missen.”
Maar over het algemeen vindt hij dat de universiteit hem goed helpt. “Docenten vinden het vaak alleen maar leuk wat ik doe. Ik heb geen aanwezigheidsplicht en ook bij tentamens kijken ze naar mogelijkheden, bijvoorbeeld om die mondeling te doen.”
Het studeren geeft hem wel wat extra stress, erkent hij. Hij zit in zijn hotelkamer regelmatig te studeren, terwijl hij zich volledig zou moeten focussen op de wedstrijd. “Ik denk dat ik pas honderd procent voor de sport kan gaan als ik klaar ben met studeren.”
Om die reden is hij er ook nog niet over uit of hij een master gaat doen. “Als ik volledig kan leven van topsport, misschien niet.”
In financieel opzicht blijft topsport bedrijven immers moeilijk. Tot voor kort had Job zelfs nog een bijbaan bij een advocatenkantoor op de Zuidas om alles te kunnen financieren. Hij verdient daarnaast nog wat bij met het geven van trainingen. “Maar sinds kort heb ik een fijne sponsor waardoor ik mijn bijbaan kon opzeggen.”