Jonge bèta's solidair met niet-bèta's en kritisch over commissie-Van Rijn
Als het aan de commissie-Van Rijn ligt krijgen bèta-technische opleidingen aan universiteiten er meer geld bij. Alleen de vier TU’s profiteren hiervan. Alle andere universiteiten leveren geld in. Wetenschappers in bèta en techniek zijn blij met de voorgestelde investeringen, maar ook als dat ten koste gaat van andere wetenschapsgebieden?
Bètawetenschappers van de Jonge Akademie startten vorig week een online petitie waarin ze pleiten voor een “meer geleidelijke groei” van het onderwijs en onderzoek in hun vakgebied. “Wij vinden het schadelijk voor de Nederlandse wetenschap als geheel en voor bètawetenschappen in het bijzonder dat wetenschapsgebieden en wetenschappers op deze manier tegen elkaar uitgespeeld worden”, schrijven zij.
Waardevol
Inmiddels hebben ruim 150 bèta-wetenschappers hun handtekening onder de oproep geplaatst, van wie de meesten met naam en toenaam. Onder hen zijn ook wetenschappers van drie technische universiteiten. Voor een van de initiatiefnemers van de petitie, sterrenkundige Frans Snik van de Universiteit Leiden, is kwaliteit belangrijker dan kwantiteit. “Ik vind het waardevol dat enkele Spinozaprijswinnaars, Carlo Beenakker, Heino Falcke en Mike Jetten, hun handtekening hebben gezet.” Ook is hij blij met de steun van Vinod Subramaniam, rector magnificus van de Vrije Universiteit.
Snik ziet de petitie als een solidariteitsverklaring. “Wetenschappen hebben elkaar nodig. Het advies van Van Rijn is voor de wetenschap als geheel zwaar destructief.” Hij vindt een herverdeling van het onderwijsbudget “absurd” en hoopt dat minister Van Engelshoven inziet dat er extra geld nodig is voor de wetenschap.