Jonge Utrechtse onderzoekers merken negatieve effecten nieuw NWO-beleid

Illustratie: DUB

“Onderzoekers die enorm veel geïnvesteerd hebben in hun loopbaan moeten hun lot nu in handen leggen van hun afdeling of departement. Dat leidt op sommige plekken tot grote frustraties.”

Neurowetenschapper Angela Sarabdjitsingh is vice-voorzitter van de Utrecht Young Academy (UYA), een platform voor jonge Utrechtse wetenschappers. Een werkgroep van de UYA hoorde de afgelopen maanden trieste verhalen van UU-onderzoekers die graag een zogenoemde Vidi-beurs hadden aangevraagd bij NWO. Zij zagen zich genoodzaakt af te zien van het indienen van een eigen onderzoeksvoorstel bij de organisatie die onderzoeksgeld verdeelt. De deadline voor Vidi-aanvragen is deze week.

In een brief aan NWO-voorzitter Stan Gielen uitte de UYA deze zomer forse bezwaren tegen nieuwe aanvraagvoorwaarden van NWO. Die zouden zeer ongewenste implicaties hebben.

'De wetenschappelijke kwaliteit van een voorstel staat niet meer voorop'

Begin dit jaar maakte NWO bekend ‘een inbeddingsgarantie’ te gaan eisen van kandidaten voor een Vidi-beurs. Dit is de belangrijkste Nederlandse subsidie voor jonge ambitieuze onderzoekers die zelf een onderzoekslijn willen opzetten of uitbouwen. Deze garantie houdt in dat een universiteit een vaste aanstelling of tenure track-positie (een aanstelling van vijf jaar met uitzicht op vast dienstverband) in het vooruitzicht moet stellen voordat een onderzoeker een beurs mag aanvragen. Tot nu toe stond het elke wetenschapper vrij om een poging te wagen.

Met de maatregel wil NWO de aanvraagdruk voor Nederlandse wetenschappers verlagen. Alle universiteiten klagen over de tijd en moeite die geïnvesteerd wordt in het schrijven van voorstellen, terwijl de slaagkans erg klein is. Dit jaar kregen 86 onderzoekers een Vidi, 485 wetenschappers grepen ernaast; een toekenningskans van een op zeven en dan zijn er nog verschillen tussen vakgebieden. Bovendien hoopt NWO dat geld en middelen efficiënter besteed worden als universiteiten van te voren kunnen nadenken over wie ze wel en wie ze niet een kans willen geven.

De UYA vindt dat de inbeddingsgarantie talentvolle en gemotiveerde onderzoekers ontmoedigt. Bovendien zouden er grote negatieve consequenties zijn voor de kwaliteit van de wetenschap als geheel. Sarabdjitsingh: “Als je al een vaste baan hebt, is er geen probleem. Maar anderen worden kansen ontnomen als een afdeling of departement om financiële of eigen inhoudelijke of strategische redenen hen geen perspectief biedt. Bij die afwegingen staat de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoeksvoorstel dus niet meer voorop.” 

Verder wordt ook de mobiliteit van wetenschappers beperkt, menen de Utrechtse academici. Eerder konden Vidi-winnaars met hun beurs nog gaan ‘shoppen’, maar universiteiten zullen niet snel geneigd zullen zijn een onderzoeker van buiten een vast dienstverband te beloven. 

'Je zet de arbeidsmarkt op slot'

De onvrede van de Utrecht Young Academy lijkt breed te worden gedeeld binnen de universiteit. Het hoofd van het Scheikundedepartement Bert Klein Gebbink moest recent twee onderzoekers met Vidi-potentie een Utrechtse inbeddingsgarantie weigeren.

Klein Gebbink: “De twee betrokkenen zijn puur om financiële redenen en niet op basis van kwaliteit een ontwikkelingskans ontzegd. Dat is pijnlijk. De bedoeling van de inbeddingsgarantie was om universiteiten meer zeggenschap te geven over hun personeelsbeleid, maar wat er nu feitelijk gebeurt is dat NWO toch invloed uitoefent. Ik voel me onder druk gezet en moet inschatten of ik over vijf jaar, als het beursgeld op is, een vaste plek voor iemand kan betalen. Misschien ben ik te voorzichtig of te weinig opportunistisch, maar dat vind ik een heel erg lange periode om te overzien.”

Ook onderzoeksdirecteur Oscar Gelderblom van het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis is niet te spreken over de inbeddingsgarantie. “De realiteit is dat wij in een bezuinigingsoperatie zitten. Dat maakt het praktisch onmogelijk om mensen een vaste baan te bieden. Met deze maatregel zet je de academische arbeidsmarkt op slot.”

Gelderblom zegt dat zijn departement geen veto’s heeft hoeven uitspreken over aanvragen. Maar hij kan zich goed voorstellen dat er wetenschappers zijn die afzien van het indienen van een onderzoeksvoorstel omdat zij weten dat er toch geen ruimte voor hen is. Het precieze effect van de nieuwe NWO-eis is volgens hem moeilijk in te schatten. “Wat we niet weten, dat weten we niet.”

'Dat hierdoor wetenschappers gedupeerd worden, is duidelijk'

Hoe groot de problematiek binnen de universiteit precies is, is inderdaad moeilijk vast te stellen. Binnen de faculteit Sociale Wetenschappen zouden er bijvoorbeeld weinig problemen zijn omdat daar de afgelopen jaren flink is geïnvesteerd in nieuwe vaste posities voor jonge onderzoekers.

Het gaat elk jaar bovendien om een relatief beperkt aantal aanvragen per faculteit. Niet bekend is hoeveel dat er precies zijn. Onduidelijk is ook welk deel van de aanvragers nog niet over een vaste aanstelling beschikte. De afgelopen jaren kreeg de UU 7 (2016), 11 (2017) en 5 (2018) Vidi’s daadwerkelijk toegekend.

De bètafaculteit heeft altijd de meeste aanvragers, ongeveer 18 per jaar. Volgens vice-decaan Sjef Smeekens is binnen de departementen flink gediscussieerd over de Vidi-voorstellen van tijdelijke medewerkers, maar dat heeft behalve bij Scheikunde en bij Biologie, waar één persoon moest worden teleurgesteld, bij zijn weten niet geleid tot afgewezen kandidaten.

Ook Smeekens ziet de nadelen van de nieuwe systematiek. “Het is zeker zo dat jonge onderzoekers hierdoor beperkt worden. Dat heeft grote impact en dat betreuren we. De Utrecht Young Academy heeft wat dat betreft een goede brief geschreven.”

Toch is Smeekens genuanceerd. “Departementen worden nu gedwongen in een vroegtijdig stadium na te denken over welke kant ze opwillen en welke consequenties dat heeft. Ik ben ervan overtuigd dat dat in Utrecht op een professionele en integere wijze gebeurt. Maar dat er hierdoor jonge ambitieuze wetenschappers gedupeerd worden, is duidelijk.”

'Dit is niet goed voor de diversiteit binnen de universiteit'

Volgens Sarabdjitsingh zijn de onderzoekers bij Scheikunde en Biologie zeker niet de enigen die zijn afgewezen door hun departement. De UYA-werkgroep komt na een korte inventarisatie al tot vijftien tot twintig personen die om financiële redenen nul op het rekest kregen bij hun afdeling. Om hoeveel personen het precies gaat, vindt zij moeilijk te beoordelen. Ook omdat veel mensen niet naar buiten willen treden. Om die reden was het voor DUB ook niet mogelijk om een gedupeerde onderzoeker te spreken te krijgen.

Sarabdjitsingh: “Wij zijn vooral ook bang dat alleen mensen met een goed netwerk en een uitgesproken onderzoekersprofiel aan bod komen. Dat is niet goed voor de diversiteit binnen universiteiten. Kandidaten met vooral veel ervaring met academisch onderwijs of met een minder gangbaar onderzoeksvoorstel trekken zich dan terug. Die geluiden horen we nu al.”

'Eigenlijk is het een verplaatsing van de ellende'

UYA heeft inmiddels gehoor gevonden bij de nieuwe Utrechtse rector Henk Kummeling. Die wil samen met de jonge academici een analyse maken van het effect van de inbeddingsmaatregel in Utrecht. Daarbij zal bekeken worden of het aantal aanvragen inderdaad is afgenomen, maar vooral ook waarom.

Ook Kummeling is kritisch. Hij verwacht dat de maatregel van NWO nog wel ter discussie zal worden gesteld. De rector laat per mail weten: “Eigenlijk is het een verplaatsing van de ellende. Op zich is het goed dat we nu zelf meer aan zet zijn. Maar zolang de incentives niet anders worden, en je alleen maar met individuele prestaties en individuele projecten carrière kunt maken, heb je hiermee geen enkele oplossing verzonnen. Het enige wat je dan hebt bereikt is dat de aanvraag- en werkdruk wordt verplaatst van NWO naar de universiteiten. En dat je kijkt waar nog geld zit. Het risico is dan erg groot dat in de Geesteswetenschappen geen enkel voorstel meer wordt ingediend.”

Reactie NWO: 'Het personeelsbeleid komt meer te liggen waar het moet liggen: bij de universiteiten'

DUB legde de Utrechtse bevindingen voor aan NWO. Eerder ontving de Utrecht Young Academy al deze brief. Hieronder de reactie van de onderzoeksfinancier:

De inbeddingsgarantie heeft als gevolg dat niet iedere onderzoeker meer een Vidi-aanvraag kan indienen. Daar is NWO zich bewust van. Dit is echter onvermijdelijk, indien we iets willen doen aan de hoge aanvraagdruk en willen voorkomen dat het onderzoek, na alle investeringen en inzet, wegvalt wanneer geen vaste positie beschikbaar komt na afloop van het Vidi-project.

Met de inbeddingsgarantie wil NWO ook de continuïteit van het wetenschappelijk onderzoek versterken. Het personeelsbeleid komt meer te liggen waar het moet liggen: bij de universiteiten, die vooraf scherper kiezen welke onderzoekers wel/geen energie moeten steken in het indienen van een aanvraag. Een belangrijke afweging daarbij is of het project past binnen de speerpunten van een faculteit en de daar aanwezige faciliteiten. Hierdoor wordt een afweging voor de langere termijn gemaakt en voorkomen dat een onderzoeker tijdelijk wordt toegelaten, louter vanwege het meebrengen van externe financiering. Het biedt duidelijkheid en zekerheid. Dat is in het belang van de onderzoeker, van de instellingen en van de wetenschap als geheel.

Zoals rector Kummeling stelt, vereist het wel dat de nadruk meer komt te liggen op prestaties van het team en niet alleen van het individu. Dat is juist wat de inbeddingsgarantie beoogt: er wordt ook gekeken naar de wetenschappelijke setting waar het onderzoek uitgevoerd wordt. Daarom moeten NWO en de universiteiten samen aan deze verandering werken en daarom heeft NWO intensief overleg gehad met de universiteiten om te komen tot deze maatregel. Hoe dit precies gedaan is, is terug te lezen in het antwoord van NWO aan de UYA en op onze site.

Advertentie