Kabinet: ‘Geen discriminatie bij NWO’
Vrouwen hebben in de wetenschap niet dezelfde carrièreperspectieven als mannen. Maar aan onderzoeksfinancier NWO zal het niet liggen, aldus de antwoorden van het kabinet op Kamervragen.
Eind september bracht NWO een onderzoek naar buiten over gender bias in de toekenning van onderzoeksbeurzen. In de strijd om onderzoeksgeld zouden vrouwen minder kans maken dan mannen. Geen wonder dat er Kamervragen volgden. De PvdA wilde weten wat de bewindslieden ervan vonden en of de aangekondigde maatregelen afdoende zouden zijn.
Allereerst wijzen Bussemaker en Dekker erop dat wetenschappers erover twisten of gender bias werkelijk is aangetoond. Daar willen ze hun vingers niet aan branden. “Wij mengen ons niet in de wetenschappelijke discussie”, schrijven ze aan de Kamer, “maar wel in de discussie over maatschappelijke aspecten.”
Want het is wel duidelijk dat vrouwen andere loopbaanvooruitzichten hebben dan mannen. “Dit geldt zeker ook voor de wetenschap. Zo is op dit moment zeventien procent van de hoogleraren vrouw.”
Maar de bewindslieden hoeven NWO niet aan te moedigen, vinden ze. Volgens hen is de onderzoeksfinancier al jaren bezig met de bestrijding van ongelijkheid in de toekenningen en gaat NWO nu een nieuwe aanpak ontwikkelen. Een bias training voor beoordelaars zou kunnen helpen.
Want juist de onbewuste vooroordelen schijnen het probleem te zijn. Daarom willen de bewindslieden ook niet spreken van discriminatie van vrouwen bij NWO, want dat woord zou suggereren dat de beoordelaars welbewust onderscheid maken tussen mannen en vrouwen. “In het onderzoek komt het woord discriminatie niet voor.”
Daarom behoeft NWO ook niet de speciale aandacht van de bewindslieden. Wel wil de minister de kansen van vrouwen in de wetenschap “op de agenda zetten” in haar contact met bestuurders van universiteiten. “Dit is immers een gedeelde verantwoordelijkheid in de gehele wetenschappelijke wereld.”