Kabinet betaalt hogere pensioenpremie universitair personeel

Het kabinet vergoedt een verhoging van de pensioenpremie voor hogescholen en universiteiten. Daardoor blijft het netto salaris van alle medewerkers op peil.

In een vorig jaar gesloten loonakkoord tussen overheid, werkgevers en enkele vakbonden is afgesproken dat de pensioenpremies omlaag zouden gaan zodat werknemers netto meer oeverhouden van hun loon. Maar die afspraak stond al snel op losse schroeven, toen pensioenfonds ABP aankondigde dat de premies in 2016 zouden stijgen omdat het fonds niet genoeg geld in kas heeft.

Werkgevers en vakbonden vroegen het kabinet in oktober vorig jaar om die stijging te betalen, omdat het voor veel werkgevers “nagenoeg onmogelijk” zou zijn om dat zelf te doen zonder ook meteen de lonen te verlagen. Vanaf april zou het nettosalaris dan weer dalen. Het kabinet heeft nu besloten de werkgevers tegemoet te komen. Zij zullen de verhoging van de pensioenpremie betalen.

In december 2014 werden afspraken gemaakt over de nieuwe cao waardoor universitair personeel er in totaal 3 procent op vooruit gaat. Dankzij de loonruimteovereenkomst (de pensioendeal) ging het salaris van universitair personeel per 1 september 2015 extra omhoog met 1,25 procent en werd de eenmalige uitkering verhoogd. Daarna dreigde de verhoging van de pensioenpremie waardoor het nettoloon weer omlaag had kunnen gaan.

Als het kabinet die tegenvaller niet zou compenseren, is loonsverhoging “nagenoeg onmogelijk”, waarschuwen werkgevers en vakbonden in een vorige week verzonden brandbrief aan het kabinet. “Zonder financiële dekking van dit risico is een voor alle partijen bevredigend cao-resultaat in de onderwijssectoren nagenoeg onmogelijk.”