Kabinet gaat rente op studieschuld anders vaststellen

Het kabinet wil in 2017 de rente op een studielening op een andere manier gaan vaststellen wat waarschijnlijk leidt tot een hogere rente. Gevolg: alle studenten gaan samen miljoenen extra betalen.

Lenen kost geld, dat weet iedereen. Maar volgens de voorstanders van het nieuwe leenstelsel dat in september 2015 van start gaat, hoeft dat geen bezwaar te zijn. Ze onderstrepen graag de lage rente op studieschulden. Die is momenteel 0,81 procent.

Maar de rente wordt hoger, want het kabinet gaat die vanaf januari 2017 op een andere manier vaststellen. De reden daarvoor is dat met de invoering van het leenstelsel de staatsschuld toeneemt omdat studenten lenen van de staat. Om dat de bekostigen, wordt de ‘rentemaatstaf’ aangepast per 1 januari 2017, schrijft minister Bussemaker in haar wetsvoorstel.

Bussemaker legt weinig nadruk op de rentewijziging. In antwoorden op Kamervragen schreef ze vorige week nog: “De afgelopen tien jaar bedroeg de rente op studieleningen gemiddeld 2,4 procent.” Ze vertelt niet dat die rente volgens de nieuwe maatstaf waarschijnlijk hoger zal uitvallen.

Tot nog toe is de rente op een studielening gekoppeld aan de rente op staatsleningen die drie tot vijf jaar lopen. Vanaf 2017 geldt de rente op leningen die vijf tot zes jaar lopen als norm. En die rente is over het algemeen hoger.

Dit hoefde ze de Kamer niet te vertellen, zegt het ministerie in een reactie: de Kamerleden hadden er immers niet naar gevraagd. Maar het gevolg is duidelijk: een studielening kan studenten vanaf 2017 honderden of zelfs duizenden euro’s extra kosten.

Rekenen met rente
Een rekenvoorbeeld: in 2011 was de rente op studieleningen 1,39 procent. Die zou volgens de nieuwe maatstaf 2,48 procent zijn geweest: meer dan een procentpunt hoger. Dat is overigens de berekening van het HOP, niet van het ministerie, gebaseerd op de rentes op staatsleningen.

Een procentpunt meer rente tikt flink aan. Wie bijvoorbeeld 20.000 euro schuld heeft en 35 jaar lang aflost, moet zo’n 3500 euro rente extra betalen – een bedrag hoger dan een jaar basisbeurs.

Overigens is het effect van de nieuwe maatstaf niet altijd zo groot. Dat heeft een technische reden. Nu wordt de rente vastgesteld op basis van het gemiddelde in de maand oktober. De nieuwe rente is geen ‘maandkoers’, maar wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde rente gedurende een heel jaar, van oktober tot en met september. Uitschieters in oktober – naar boven of beneden – zullen dus minder invloed krijgen.

Het ministerie wijst erop dat de rente voor dit jaar ongeveer gelijk zou zijn gebleven als de nieuwe spelregels al hadden gegolden. Sterker nog, dan zou hij een honderdste lager zijn. Toch erkent het ministerie: “Gemiddeld genomen over een lange periode zal er wel een stijging zijn, doordat de vijfjaarsrente natuurlijk hoger is dan de drie- tot vijfjaarsrente, maar dit hoeft niet van jaar op jaar het geval te zijn.”

Advertentie