Kabinet houdt deur dicht voor nieuwe student-promovendi

De meeste Nederlandse promovendi zijn in dienst van hun universiteit. Ze ontvangen een salaris en bouwen pensioen op. Maar er zijn ook promotiestudenten, die alleen een studiebeurs krijgen: die zijn goedkoper.

Vroeger was het eigenlijk niet toegestaan om promovendi een beurs in plaats van een salaris te geven, al gebeurde het soms toch. Na jaren van lobbyen – en enkele rechtszaken – kwam er onder het vorige kabinet een experiment: universiteiten mochten het bursalenstelsel gaan uitproberen.

Alleen Groningen en Rotterdam
Vanaf 2016 zouden er in totaal tweeduizend beurspromovendi van start mogen gaan. Maar de universiteiten hadden weinig belangstelling voor het experiment. Alleen de Rijksuniversiteit Groningen stond te popelen en kreeg toestemming voor 850 student-promovendi. Verder zijn er nog vijftien plaatsen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam toebedeeld.

Het huidige experiment wordt niet meer uitgebreid, blijkt uit antwoorden van minister Van Engelshoven op schriftelijke vragen van GroenLinks. Ze gaat geen tweede ronde openstellen waarin universiteiten een aanvraag kunnen indienen.

Critici menen dat student-promovendi worden onderbetaald. Alle promovendi verrichten immers wetenschappelijk onderzoek en schrijven een proefschrift. Waarom zou je de een dan minder betalen dan de ander?

Maar voorstanders vinden dat promoveren in een opleiding iets anders is dan promoveren terwijl je in dienst van de universiteit bent: de werknemers geven bijvoorbeeld meer les. Ook is de PhD-student in het buitenland heel gebruikelijk, dus waarom hier niet?

Verschil tussen student en werknemer
Van Engelshoven verdedigt de gang van zaken in haar antwoorden. “De positie van de promotiestudent is wezenlijk anders dan die van de werknemer-promovendus”, legt ze uit. Van ‘gelijk werk’ is volgens haar geen sprake, dus hoeven deze promovendi ook niet hetzelfde loon te krijgen.

Binnenkort zou er een tussenevaluatie van het experiment moeten komen en eind 2021 volgt de eindevaluatie. Daaruit moet blijken of de universiteiten in een bursalenstelsel meer promovendi kunnen opleiden en wat de gevolgen zijn voor de wetenschappelijke kwaliteit.

Wet wijzigen
Het vorige kabinet wilde eigenlijk meteen de wet wijzigen: universiteiten zouden dan zelf mogen kiezen of ze hun promovendi als werknemer of als student zouden behandelen. Na felle kritiek van de Raad van State haalde toenmalig PvdA-minister Bussemaker er alsnog een streep door en startte zij eerst een experiment. Vooral coalitiegenoot VVD was daar ontstemd over.

Advertentie