Vakbond boekt kleine overwinning
Kabinet maakt ‘loonruimte’ uit verleden openbaar
Waarom krijgen werkgevers meer informatie over de financiering van het onderwijs dan de vakbonden? Vakbond AOb stapte naar de rechter en heeft een kleine overwinning geboekt. De bond krijgt iets meer inzicht in de ‘loonruimte’ die het kabinet de werkgevers in het onderwijs biedt – maar alleen achteraf.
“De kans is groot dat we opnieuw naar de rechter stappen”, zegt bestuurslid Douwe van der Zweep.
Meer of minder
Universiteiten, hogescholen en de rest van het onderwijs krijgen overheidsgeld. In principe gaat het bedrag elk jaar een beetje omhoog omdat de lonen stijgen, maar het kabinet maakt ook eigen afwegingen: het kan wel wat meer of minder.
Dat klinkt vaag, en dat is het voor de vakbonden ook. Ze tasten in het duister over de ‘loonruimte’ die de overheid biedt. De werkgevers niet. Zij krijgen deze loonruimte elk jaar per brief toegestuurd en hebben dus een voorsprong in de cao-onderhandelingen.
De rechtszaken van de AOb tegen de overheid gaan over inzage in die brieven aan de werkgevers. Het is publiek geld, redeneert de vakbond, en er is geen goede reden waarom werkgevers deze informatie wél mogen krijgen en vakbonden niet.
De overheid ziet het anders en vreest dat het een dure grap wordt om vakbonden inzage te geven. Dan kunnen ze immers scherper onderhandelen.
Geen werkgever
Van der Zweep vindt het een vreemde redenering, want vakbonden onderhandelen niet met de overheid. “De sectoren zijn verzelfstandigd”, zegt hij. “De overheid is geen werkgever, dus die heeft helemaal geen financieel belang bij de cao-onderhandelingen.”
Vijf jaar geleden vond ook een meerderheid van de Tweede Kamer dat er meer openheid moest komen. Het kabinet moest de werkgevers verzoeken om die brieven aan de vakbonden te laten zien, stond in een motie. Dat deed het kabinet met grote tegenzin en de werkgevers legden het verzoek naast zich neer.
Oude brieven
In het juridische steekspel eiste de vakbond bij de rechter alvast inzage in de oude loonruimtebrieven. Hoe ging het in voorgaande jaren, wilde de AOb weten. De vakbond deed een beroep op de Wet open overheid (Woo), die ervoor zorgt dat overheidsdocumenten in principe openbaar zijn.
Maar ook deze oude informatie wilde de overheid niet geven. Het zou het financiële belang van de Staat schaden. Afgelopen mei oordeelde de kantonrechter dat de overheid de geheimhouding beter moet onderbouwen als de cao-onderhandelingen al zijn afgerond, en al helemaal als de documenten meer dan vijf jaar oud zijn.
Afgelopen maandag is alsnog een verzameling brieven en notities openbaar gemaakt, waaronder ‘ruimtebrieven’ tot het jaar 2019. In principe kunnen de vakbonden nu uitzoeken of ze in het verleden bij de onderhandelingen voor de gek zijn gehouden of niet.
“Maar wat mij betreft zijn die oude brieven een gepasseerd station”, zegt Van der Zweep. “En als we meer geld hebben gekregen dan de loonruimte bood, dan gaan we het ook niet terugbetalen – zo is het natuurlijk ook.”
Hij legt uit dat je die loonruimte sowieso niet één-op-één kunt vertalen naar een loonstijging voor iedereen. Vakbonden en werkgevers maken namelijk ook afspraken over het minimumloon, de indeling van de salarisschalen en andere arbeidsvoorwaarden.
Principieel punt
De AOb geeft het niet op. Van der Zweep: “Het principiële punt is dat wij over dezelfde informatie moeten beschikken als de werkgevers. De overheid is niet langer de werkgever. Waarom zou de overheid zich dan vereenzelvigen met de werkgevers? Bij veel instanties weet je precies wat de subsidie is, maar in het onderwijs niet.”