Kamer hamert op heropening hoger onderwijs
Het voortgezet onderwijs en het mbo mogen vanaf 1 maart deels weer open. Maar als het aan het kabinet ligt, blijven de meeste studenten van hogescholen en universiteiten voorlopig veroordeeld tot onderwijs vanachter de laptop. Wel wordt gekeken of dit “in een volgende fase” anders kan. Daar mag het hoger onderwijs zich alvast op voorbereiden.
Fysiek onderwijs logischer
Dat stuit veel partijen tegen de borst, bleek gisteren tijdens een groot Tweede Kamerdebat over de coronacrisis. De willekeur regeert, vond Lilianne Ploumen (PvdA). “De massagesalons gaan open, maar de universiteiten en de hogescholen blijven helemaal dicht.”
Bij die economische versoepelingen zette ook Lilian Marijnissen (SP) haar vraagtekens. “Zou het niet logischer zijn om juist de ruimte die er eventueel is als eerste maximaal in te zetten voor het fysieke onderwijs voor onze scholieren en studenten?”
Jesse Klaver (GroenLinks) benadrukte dat zijn partij instellingen heus niet meteen weer “volle bak” open wil gooien. “Maar in ieder geval op dezelfde manier als het voortgezet onderwijs.” Daarbij wilde Gert-Jan Segers (ChristenUnie) vooral extra aandacht voor eerstejaars studenten, “die nog nooit een professor of docent in levende lijve hebben gezien”.
En zo waren er meer Kamerleden die zich hard maakten voor het hoger onderwijs. Ook D66, SGP en de Partij voor de Dieren drongen aan op een snellere heropening.
Kleine opties denkbaar
Ploumen vroeg de premier welke afwegingen nu ten grondslag hebben gelegen aan de keuzes van het kabinet voor de economie en het onderwijs. Er zijn toch allerlei kleine opties denkbaar? Waarom niet ook studenten een dagdeel in de week fysieke les geven, bijvoorbeeld door congreszalen af te huren. Daar had al een half jaar geleden aan gedacht kunnen worden.
Rutte antwoordde dat hij niet bang is dat hogescholen en universiteiten zulke activiteiten niet coronaveilig kunnen organiseren. “Het probleem is alleen dat de optelsom van al dat soort activiteiten leidt tot meer verplaatsingen en meer risico’s dat mensen tegen elkaar opbotsen. En dat er dan toch verspreiding van het virus plaatsvindt.”
Kortom: de ruimte voor versoepelingen is beperkt en er zijn maar kleine stapjes mogelijk. “We doen iets bij onderwijs, daarnaast doen we nog iets voor jongeren met sport”, zei hij. “En we zetten dus een paar kleine stappen in de economie. Ik denk ook dat dat in lijn is met een aantal wensen hier in de Kamer om kleinere stappen te zetten over een breder front.”
Motie voor gedeeltelijke heropening
Maar de Kamer had toch nog wel meer wensen, bleek aan het einde van het debat. D66 en de ChristenUnie dienden een motie in waarin de regering wordt verzocht in gesprek te gaan met het hoger onderwijs over veiligheidsmaatregelen en een snellere gedeeltelijke heropening.
Een gezamenlijke motie van GroenLinks, PvdA, SP en PvdD ging nog een stapje verder. Daarin wordt het kabinet verzocht “zo spoedig mogelijk ook het hbo- en wo-onderwijs weer de ruimte te geven voor anderhalvemeteronderwijs, waarbij het streven is dat iedere student een dagdeel per week naar de onderwijsinstelling kan”. Er wordt vanmiddag over de moties gestemd.
Proef met sneltesten
Demissionair minister De Jonge van Volksgezondheid sprak nog over de verschillende pilots met sneltesten en zelftesten die op dit moment al lopen in het onderwijs. Zou dat de boel niet nog wat kunnen versnellen, vroegen Kamerleden zich af.
De Jonge denkt dat zelfafnames de toekomst zijn. “Bij wijze van spreken naast je tandenborstel een sneltest hebben staan: dat zou het allermooiste zijn.”
Maar hij moest nog wel een slag om de arm houden. Voorlopig blijft het nog bij pilots, benadrukte hij, want de zelftesten hebben nog geen zogeheten ‘CE-markering’. “Dat brengt allerlei juridische kwesties met zich mee die we de komende tijd moeten oplossen.”