Kamer loopt zich warm voor strijd om bindend studieadvies

Grote en kleine partijen in de Tweede Kamer vroegen de minister over de nut en noodzaak van het bindend studieadvies (bsa). Van Engelshoven heeft nu antwoord gegeven, maar omdat zij demissionair is kan zij geen grote wijzigingen doorvoeren.

Het gaat vooral om de krijtlijnen die de partijen en de minister trekken. Welke kant willen ze op, wat zijn hun overwegingen? De twee coalitiepartners VVD en D66 kiezen elk een andere richting.

Studiesucces
De VVD vindt het bindend studieadvies prima. Het dwingt studenten tot het behalen van een bepaald aantal studiepunten in het eerste jaar (soms zelfs alle punten: 60 ects) en dat kan, menen de liberalen, bijdragen aan het studiesucces. Bovendien weten studenten snel waar ze aan toe zijn en of zij op de juiste plek zitten qua opleiding. 

Van Engelshoven schaart zich hier niet volledig achter. Volgens de minister moet een bsa-norm wel gepaard gaan “met voldoende begeleiding, studieadvies en ander flankerend beleid”. Daar schort het nog wel eens aan, wat tot onnodige uitval leidt.

Verwijzen
Van Engelshovens eigen partij, D66, is sceptisch over het bsa. Als je studenten van een opleiding wegstuurt, dan moet je ze ook vertellen waar ze dan wél naartoe moeten: dat heet de ‘verwijzende functie’ van het bsa. Maar dat gebeurt te weinig, bleek uit onderzoek. “Kan zodoende geconcludeerd worden”, wil D66 weten, “dat het bindend studieadvies in de huidige opzet niet naar behoren functioneert?”

Dat wil Van Engelshoven graag toegeven, want zij heeft zelf ook moeite met het bsa. Ze wilde ooit de norm verlagen, maar moest die ambitie laten varen vanwege felle weerstand in de Tweede Kamer.

De minister denkt dat er andere opties dan het bsa zijn, zoals de ‘doorstroomnorm’ waar enkele hogescholen mee experimenteren. Studenten hoeven dan niet te stoppen met de opleiding, maar mogen enkel niet doorstromen naar het tweede jaar zolang zij de norm niet halen. Het kan een goed alternatief zijn voor het huidige bsa, stelt Van Engelshoven.

Verkeerd gekozen
Daar denken de koepels van universiteiten en hogescholen anders over. Experimenten zijn prima, maar zij willen de mogelijkheid behouden om eerstejaarsstudenten weg te sturen die niet genoeg punten behalen. Een zachte ‘doorstroomnorm’ zou ertoe leiden dat opleidingen “veel begeleidingstijd steken in studenten die verkeerd gekozen hebben of de opleiding niet aankunnen”, hebben de Vereniging Hogescholen en universiteitenvereniging VSNU aan de minister laten weten.

Het is de vraag of ze de politiek aan hun zijde blijven vinden. Het overheidsbeleid zou best eens strikter kunnen worden. Het CDA wijst op de gang van zaken in het mbo. Daar bestaat het bsa sinds kort ook, maar daar zijn de instellingen verplicht om hun studenten naar een andere opleiding te helpen.

Van Engelshoven zegt niet meteen 'nee' op deze aanpak. Binnenkort komt er een rapportage over het bsa in het mbo en dan zal blijken of die verplichting goed werkt – al zal de coronacrisis de resultaten waarschijnlijk vertekenen. Hoe dan ook gaat ze samen met de universiteiten en hogescholen kijken “of het eventueel wenselijk is de verwijsfunctie ook in het hoger onderwijs vast te leggen”.

Privacy
Het is alleen lastig te bepalen of opleidingen goed doorverwijzen, want vanwege privacywetgeving kunnen ze hun weggestuurde studenten niet volgen. Hierdoor blijft het onduidelijk of deze werkwijze succesvol is. 

Ook SP, GroenLinks, ChristenUnie, SGP, Volt en JA21 stellen vragen. Net als vorig jaar blijft het bsa de politiek bezighouden. Toen leek de Tweede Kamer de ene maand het bsa te willen afschaffen, terwijl een maand later een welhaast tegengestelde motie een meerderheid kreeg

Experiment
Overigens zorgt de coronacrisis voor een ‘natuurlijk beleidsexperiment’, zoals D66 het noemt, want het bindend studieadvies is tijdens de crisis versoepeld. De uitval van eerstejaarsstudenten was hierdoor afgelopen jaar lager. Het zal interessant zijn om te zien hoe het met deze studenten gaat, erkent de minister. 

Advertentie