Kamermeerderheid voor selectie aan pabo-poort

Een politieke meerderheid vindt het een goed idee om pabo-studenten voortaan aan de poort te selecteren, zelfs als dat het lerarentekort zou vergroten. Liever minder onderwijzers dan slechte onderwijzers, is de gedachte.

De Vereniging Hogescholen organiseerde gisteren een discussiebijeenkomst over de lerarenopleidingen en in het bijzonder de pabo’s. In het forum zaten Kamerleden van PvdA, VVD, D66 en PVV die het toejuichen dat de pabo’s tegenwoordig zwaardere eisen stellen aan de kennis van hun studenten, al gaat dat ten koste van de instroom.

Maar de stelling dat lerarenopleidingen nog nooit zo goed waren als nu, kon niet iedereen onderschrijven. De altijd kritische Harm Beertema van de PVV wilde best erkennen dat er de afgelopen jaren belangrijke stappen zijn gezet, maar de vakkennis van afgestudeerden laat volgens hem nog steeds te wensen over.

Ook forumlid Ruud Nauts, die binnenkort aantreedt als voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg, had wel wat aan te merken op de pabo waar hij zelf studeerde. Veel goede mannelijke studenten hebben volgens hem weinig affiniteit met het kleuteronderwijs en knappen af op de vele ‘knip- en plak-opdrachten’.

Volgens hem zou het goed zijn om pabostudenten aan de poort te selecteren. Niet alleen op hun kennis, maar vooral ook op hun potentiële geschiktheid als docent. “Zet ze drie uur voor een klas en je weet wat het ongeveer wordt.”

D66-Kamerlid Paul van Meenen, die in het algemeen huiverig is voor selectie aan de poort, vindt goede onderwijzers zo belangrijk voor de samenleving dat hij voor de pabo’s wel een uitzondering wil maken. Hij verwees naar de selectieprocedure bij een geneeskundeopleiding, waar kandidaten een slechtnieuwsgesprek moeten voeren met een patiënt en beoordeeld wordt of ze daar enige feeling voor hebben.

Ook de andere drie parlementariërs vinden de pabo zo belangrijk dat er wat hen betreft zwaardere toelatingseisen mogen gelden. 

Advertentie