Kassa rinkelt dankzij langstudeerder

Universiteiten en hogescholen maken winst op trage studenten. Die betalen in hun uitlooptijd meer collegegeld dan ze kosten.

Wat kosten trage studenten eigenlijk? Ze maken wat langer gebruik van de bibliotheek en de scriptiebegeleiding, maar dat is kruimelwerk vergeleken bij de eerste studiejaren. Ook als studenten allang geen colleges en werkgroepen meer volgen, betalen ze het gewone collegegeld van zo’n 2000 euro per jaar.

In twee rapporten van het ministerie zijn de kosten en baten vergeleken van studenten die op tijd afstuderen en studenten die wat langer nodig hebben. Minister Bussemaker heeft het onderzoek naar de Tweede Kamer gestuurd.

Vooral universiteiten gaan er onder de streep flink op vooruit. Langzame bachelorstudenten verhogen de opbrengst met meer dan 6 procent, maar de echte money makers zijn trage masterstudenten: die zorgen voor 6 procent extra opbrengst. In één van de onderzochte casussen gaat het zelfs om meer dan 13 procent.

Hogescholen boeken slechts lichte winst op hun langstudeerders. Het verschilt per vakgebied, maar door de bank genomen leveren de vertraagde hbo’ers 0,2 procent extra op. In de economie is dat 0,5 procent en in de dure kunstopleidingen spelen ze quitte.

De berekening is exclusief de prikkels in de prestatieafspraken. Als studenten niet snel genoeg studeren, kan dat de onderwijsinstellingen – afhankelijk van hun afspraken met de minister – geld kosten. Ook kijken de onderzoekers alleen naar de jaren die een student ingeschreven staat aan één opleiding: tussentijds overstappen is buiten beschouwing gelaten.

De overheid wil graag dat studenten sneller gaan studeren. Zodra ze een baan vinden gaan ze immers belasting betalen en komen hun vaardigheden ten goede aan de economie.

Advertentie