Kennis en innovatie? Kabinet houdt kaarten tegen de borst
Met flinke uitgaven aan infrastructuur, kennis en innovatie wil het kabinet het Nederlandse ‘verdienvermogen’ versterken. Nog vóór de volgende verkiezingen in maart 2021 moet het geld gaan rollen.
Dus maakt het kabinet haast. Begin volgend jaar sturen de ministers van Financiën en van Economische Zaken een brief naar de Tweede Kamer over het investeringsfonds “met daarin de opzet, de sturing, de voorwaarden en de aankondiging van een eerste start”.
Binnenkort
Wiebes belooft dit in een brief waar het kabinet al een poosje naar verwijst. Wacht u even af, zeiden allerlei ministers de afgelopen maanden, binnenkort vertellen we meer over de strategie die we voor ogen hebben.
Universiteiten en hogescholen zullen het verwachtingsvol hebben aangehoord. Wiebes noemt ze nu ook. “We hebben goede universiteiten en hogescholen”, schrijft hij. Onderzoek en onderwijs zijn hier goed verbonden, stelt hij, en het is voor buitenlands talent aantrekkelijk om hierheen te komen.
Maar grote investeringen in het onderwijs lijken er niet te komen. Althans, niet in het hoger onderwijs. “Er is vooral een kwaliteitssprong in het funderend onderwijs nodig”, oftewel het primair en voortgezet onderwijs.
Maar ook daarvoor lijkt het kabinet niet in eerste instantie aan extra geld te denken. Die kwaliteitssprong “komt binnen bereik als wordt ingezet op nieuwe, digitaal ondersteunde, interactieve leervormen en verstandig gebruik wordt gemaakt van data, waardoor onderwijs op maat mogelijk wordt gemaakt”.
Sterke clusters
Wiebes ziet vooral brood in onderzoek, innovatie en technologie. Daar wil hij graag extra geld aan besteden, al noemt hij nog steeds geen bedragen. Er zijn volgens hem al een paar sterke ‘clusters’, bijvoorbeeld rond Wageningen en Eindhoven. “Maar daarnaast moeten we ook investeren in het opbouwen van nieuwe onderzoeks- en innovatie-ecosystemen rond bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, fotonica, kwantumtechnologie en chemische (recycling)technologie.”
En daarin wil hij “scherpe keuzes maken”, omdat we anders “onvoldoende massa weten te realiseren”. Het blijft alleen nog even afwachten wat voor keuzes dat zijn en wie ze mag maken.
Experts
Eerder zei hij wel tegen het Financieele Dagblad dat hij de hulp van onafhankelijk experts zou inroepen. “We moeten voorkomen dat de politiek elke week met een vrolijk nieuw voorstel komt. Je moet als politicus je grenzen kennen.”