Kleine opleidingen mogen van Zijlstra verdwijnen
Kleine talenopleidingen als Fries en Portugees mogen van Zijlstra opgaan in brede studies waarin meer talen worden aangeboden. Universiteiten moeten zelf weten wat ze doen.
Nu enkele kleine talenopleidingen als Fries en Portugees niet langer zelfstandig blijven bestaan, stelde het CDA kamervragen aan staatssecretaris Zijlstra. Brede opleidingen bieden wel voordelen, aldus het CDA, maar is het niet verstandig om sommige talenopleidingen te beschermen? Zijn daar geen culturele en economische belangen mee gemoeid?
Zijlstra erkent dat het Fries van nationaal belang is en dat talen als Frans en Portugees ook belangrijk zijn voor de economie en de export. Maar universiteiten moeten zich nu eenmaal profileren. Dat vraagt het kabinet van hen, met flinke steun van de Tweede Kamer.
“Dat kan inderdaad betekenen dat kleine opleidingen verdwijnen”, aldus Zijlstra. “Voor veel meer kleine opleidingen geldt echter dat zij aangeboden blijven worden, maar wel op een andere manier.”
Ze worden bijvoorbeeld samengevoegd, zoals nu met Fries en Europese talen in Groningen gebeurt. Misschien trekken ze daardoor ook meer studenten. “Niet iedereen weet, voordat hij gaat studeren, precies wat hij wil en voor bepaalde studenten is een brede opleiding aantrekkelijker dan een smallere.”
Hij is daarom niet van plan om met de universiteiten te spreken over het behoud van de kleine opleidingen die, zoals het CDA zegt, “duidelijk een nationaal en internationaal belang van Nederland dienen.” Die belangen kunnen volgens hem ook met brede bacheloropleidingen gediend worden.
Vorige week hield Zijlstra de boot ook af in antwoorden op vragen van de PvdA over de bacheloropleiding Fries.