KNAW: ‘Dierproeven blijven onontbeerlijk’
Als het aan het kabinet ligt, wordt Nederland zo snel mogelijk proefdiervrij. Het draagt het credo ‘waar mogelijk vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven’ dan ook naar hartenlust uit. Maar hoe realistische deze wens is, verschilt per onderzoeksdomein.
Ministers Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) riepen de hulp van de KNAW in om een ‘streefbeeld’ te schetsen voor een complex domein: de fundamentele neurowetenschappen. Zeg maar alles wat te maken heeft met de hersenen, het zenuwstelsel en de zintuigen.
'Noodzaak dierproeven nam laatste jaren toe'
KNAW-president Wim van Saarloos wil geen onrealistische verwachtingen scheppen. “In de nu voorzienbare toekomst zullen dierproeven in de fundamentele neurowetenschappen helaas nog onontbeerlijk zijn”, schrijft hij in het voorwoord van de inventarisatie. Er is ook nog geen afname zichtbaar, integendeel: de laatste jaren nam de noodzaak van dierproeven per saldo juist toe.
Wel signaleert de KNAW dat dierproeven meer kennis opleveren dan voorheen en dat het onderzoek zich meer richt op muizen, ratten en vissen dan op grotere zoogdieren. Ook noemt de Akademie een vijftal innovatieve methoden die dierproefonderzoek mogelijk kunnen vervangen. Bijvoorbeeld het onderzoeken van proefpersonen in een virtual of augmented reality.
Een andere optie is om data en lichaamsmaterialen die worden verzameld in onderzoek beter te bewaren en toegankelijk te maken. Ook technologie kan uitkomst bieden: met behulp van algoritmes en kunstmatige intelligentie kunnen interacties tussen componenten van het zenuwstelsel worden nagebootst.
'Van belang om kwaliteit onderzoek te behouden of versterken'
Nadeel is dat deze innovaties volgens de KNAW serieuze beperkingen hebben en op zichzelf vaak nog geen antwoord geven op actuele onderzoeksvragen. Dat betekent dat een mix van methoden en technieken, inclusief dierproeven, van belang blijft zodat “de Nederlandse neurowetenschappen internationaal gezien hun hoge kwaliteit behouden of versterken.”
Fundamenteel onderzoek is volgens de Akademie onvoorspelbaar. Over tien jaar kunnen de inzichten, methoden en onderzoeksvragen compleet zijn veranderd. Ze kan daarom geen betrouwbare voorspellingen doen over de ontwikkeling van het aantal noodzakelijke dierproeven in de toekomst.
'Teleurstellend'
Jammer, vinden de ministers: “We moeten constateren dat het de KNAW niet is gelukt om tot een streefbeeld met heldere transitiedoelen te komen, dat vinden we teleurstellend”. De inventarisatie maakt volgens hen helder hoe groot de uitdaging is. Toch blijven ze hoopvol dat er in de andere wetenschapsgebieden op korte termijn wel mogelijkheden bestaan om het aantal dierproeven terug te dringen. Ze willen ook voor andere domeinen streefbeelden laten ontwikkelen.