KNAW krijgt zeven ton voor Akademie van Kunsten

Wetenschappers en kunstenaars gaan elkaar weer wat vaker ontmoeten. Wetenschapgenootschap KNAW krijgt van het kabinet zeven ton om de Akademie van Kunsten op te richten.

De Akademie van Kunsten zal een plek zijn waar kunstenaars “ideeën kunnen uitwisselen met vakgenoten uit andere disciplines en de wetenschap”, aldus de KNAW. De nieuwe academie krijgt 3,5 jaar de tijd om zich te bewijzen.

De leden worden gekozen op grond van hun artistieke verdiensten. “Criteria bij de selectie zijn dat de kunstenaar zich artistiek heeft onderscheiden, in staat is dwarsverbanden te leggen tussen kunst, wetenschap en maatschappij, andere kunstenaars kan inspireren en bereid is een bijdrage te leveren aan de nieuwe Akademie.”

In het eerste jaar benoemt de KNAW twintig leden. Dat aantal zal doorgroeien tot vijftig. Leden worden voorgedragen door leden van de KNAW en door cultuurfondsen (zoals het Fonds Podiumkunsten, het Mondriaanfonds en het Nederlands Letterenfonds).

De nieuwe Akademie is een wens van geneticus Hans Clevers, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In andere landen komen kunsten en wetenschappen vaak samen in één academie, zei hij afgelopen maart. “Vorig jaar werd ik lid van de American Academy of Arts & Sciences. Daarin ontmoeten kunstenaars en wetenschappers elkaar. Dat was leuk en stimulerend.”

Ook Nederland had aanvankelijk een Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten. Dat was in 1808 door Napoleon opgericht. Halverwege de negentiende eeuw verving de liberale minister Thorbecke dit instituut door de Akademie van Wetenschappen. Voor kunstenaars was daarin geen plaats meer.

Er zijn genoeg kunstenaars met interesse in techniek en wetenschap, dacht Clevers, en omgekeerd genoeg wetenschappers die van kunst houden. “Wij onderzoeken de wereld op verschillende manieren, maar vooral aan de alfakant zijn er veel raakvlakken.”

Ook het ministerie van OCW zou het fijn vinden als kunstenaars zich beter zouden organiseren, stelde Clevers. “Bij de kaalslag in de cultuursector was er geen vertegenwoordiging van kunstenaars waar de politiek mee kon praten.”

De KNAW noemt zichzelf “het forum, het geweten en de stem van de Nederlandse wetenschap”. Vanuit een onafhankelijke positie bewaakt zij naar eigen zeggen de kwaliteit en de belangen van de wetenschap en adviseert zij de regering. Zoiets zou de Akademie van Kunsten ook moeten doen.

Advertentie