Screening internationale onderzoekers baart zorgen

KNAW-president Dogterom over kennisveiligheid: ‘Gooi de deur niet dicht’

Marileen Dogterom

Er leven grote zorgen in de politiek over de kennisveiligheid aan de universiteiten en bij elk voorval op dit gebied gaan de alarmbellen af. We zijn wat naïef geweest, zei ook minister Robbert Dijkgraaf.

Met name China staat in de schijnwerpers. Onderzoekers aan de TU Delft bleken onbedoeld het Chinese leger een handje te helpen. Het inmiddels gesloten mensenrechtencentrum van de Vrije Universiteit Amsterdam kreeg Chinese financiering. Chinese promovendi moesten informatie doorgeven aan hun ambassade.

Veiligheidsdiensten waarschuwen in stevige bewoordingen, maar inmiddels gaat het beter, meent de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). De overheid heeft vorig jaar een ‘loket’ geopend, waar onderzoekers met hun vragen terechtkunnen. Ook is er een ‘leidraad’ opgesteld voor de kennisveiligheid in het wetenschappelijk onderzoek.

Maar het kabinet vindt het niet genoeg. Het overweegt een landelijke screening van niet-Europese wetenschappers in te voeren. Dat zou buiten proportie zijn, staat in een nieuw position paper van de KNAW.

KNAW-president Marileen Dogterom is hoogleraar aan de TU Delft en weet hoe belangrijk kennisveiligheid is. Ze werkt samen met andere wetenschappers uit binnen- en buitenland aan de ontwikkeling van synthetische cellen.

Dogterom: “Het is fundamenteel onderzoek, waarbij we proberen te begrijpen hoe levende cellen werken door ze na te bouwen. Het is toekomstmuziek, maar misschien kunnen we celachtige systemen gebruiken om op een duurzame manier bepaalde stoffen te produceren. In China lopen ook zulke onderzoeksprogramma’s. Die wetenschappers komen naar ons toe en willen samenwerken. Daar zitten we nu middenin.”

Ze werken niet zomaar samen, zegt ze. “We gaan in gesprek met onze eigen universiteit, met ons kennisveiligheidsteam en met wie er ook maar expertise heeft op dit vlak én we vragen advies aan de overheid. Want hoe zou die samenwerking eruit moeten zien? Hoe zorgen we dat beide partijen er iets aan hebben?”

Stel dat iemand vanuit de onderbuik zegt: je moet helemaal niet samenwerken met een land als China, waar geen academische vrijheid is. Wat kunt u daarop antwoorden?
“Dat is een ingewikkelde vraag. Mijn vakgebied omspant de hele wereld en het is super multidisciplinair. Wij zitten in een Europees onderzoeksconsortium, maar in de Verenigde Staten en Azië doen ze hier ook onderzoek naar. China zit in een consortium met bijvoorbeeld Japan, Singapore, Australië en Zuid-Korea. Dat zijn landen waar wij misschien wel mee willen samenwerken. Kan dat dan ook niet meer? En als dat wél kan, waarom kunnen we dan niet rechtstreeks met China samenwerken? Het is echt een puzzel, en zomaar de deur dichtgooien lijkt me geen oplossing.”

Als het zo ingewikkeld is, kun je die verantwoordelijkheid dan wel aan wetenschappers overlaten? Die willen toch het liefst onderzoek doen zonder zich te verdiepen in geopolitiek?
“We vragen wetenschappers ook om zich te verdiepen in de principes van wetenschappelijke integriteit, dus waarom niet hierin? En natuurlijk hebben ze daar ondersteuning bij nodig. Onderzoekers moeten praten met hun leidinggevenden, het veiligheidsteam aan hun universiteit of desnoods het college van bestuur, maar het is geen goed idee om het helemaal bij de onderzoeker weg te houden. Die weet het meest van het vakgebied.”

Volgens de KNAW heeft het weinig zin om alle onderzoekers van buiten Europa te screenen als ze hierheen komen. Dat zou schijnveiligheid bieden.
“Ja. Stel dat je grote groepen onderzoekers gaat screenen, maar niet de mensen met een Europees paspoort… Als ik kwade bedoelingen had, dan zou ik wel weten hoe ik dit kon omzeilen. Risico’s zijn er altijd en je moet proberen om die zo klein mogelijk te houden en om ze zo redelijk mogelijk af te wegen tegen andere risico’s.”

Wat zijn die andere risico’s?
“Het grootste risico is het stopzetten van internationale samenwerking en kennisuitwisseling, die juist broodnodig is. We hebben in Nederland een systeem van academische vrijheid en open samenwerking met het buitenland. Dat is heel erg belangrijk voor onze vooruitgang.”

De KNAW meent dat de overheid beter kan inzetten op ‘bewustwording’ onder wetenschappers. Kun je dat niet als schijnveiligheid afdoen?
“Dat denk ik niet. We kunnen natuurlijk niet elk risico uitsluiten, maar dat kan de overheid zelf ook niet.”

Als wetenschappers na alle voorvallen het probleem nog niet inzien, helpt het dan om ‘in te zetten op bewustwording’?
“Welke koers de overheid ook kiest, bewustwording is sowieso heel belangrijk. En die is er ook steeds meer. De meeste universiteiten hebben bijvoorbeeld een kennisveiligheidsteam.”

De overheid moet de verantwoordelijkheid voor kennisveiligheid bij de universiteiten zelf leggen, zegt de KNAW. Het klinkt een beetje alsof je de verantwoordelijkheid voor de strijd tegen drugsmokkel bij de havenbedrijven zelf legt.
“Maar drugsmokkel is bij wet verboden, dus dan is het duidelijk. De criminaliteitsbestrijding valt onder de verantwoordelijkheid van de overheid. Dat is minder ingewikkeld dan de afwegingen rond wetenschappelijke samenwerking.”

Je kunt zeggen: laat het allemaal maar aan ons over, met die bewustwording komt het wel goed. Maar het is toch niet vreemd als daar enige controle op is?
“Nee, dat is niet vreemd. Het ministerie is ook bezig met een audit van het beleid rond kennisveiligheid. Dat gebeurt in eerste instantie bij de universiteiten en daarna bij de hogescholen en kennisinstellingen. In die audit is de vraag: wat gebeurt er bij de universiteiten en kan het beter? Wat is er geregeld en wat nog niet? En daar ben ik het helemaal mee eens, zo’n audit moet gewoon plaatsvinden.”

Ook universiteiten moeten degenen met wie ze samenwerken screenen. Waarom zou het dan niet uitvoerbaar zijn als de overheid dat doet?
“Een screening op een specifiek gebied zou misschien wel kunnen. Vanwege sancties tegen Iran en Noord-Korea hebben we zo’n screening nu al voor wetenschappers in de nucleaire technologie. Maar dan moet je het vakgebied echt goed afbakenen.”

 

Advertentie