'Knuffeltentamens in Duitsland'
Universiteiten en hogescholen delen de laatste tien jaar steeds meer hoge cijfers uit. Onterecht, zegt de invloedrijke Duitse Wetenschapsraad.
De inflatie van testscores leidt in het Duitse onderwijs tot “knuffelexamens”, aldus het Duitse weekblad Der Spiegel. In 2000 kreeg zeventig procent van de studenten op de eindtoets van hun studie het oordeel ‘goed’ of ‘zeer goed’, in 2011 steeg dit aandeel tot tachtig procent. Het laagste oordeel, ‘voldoende’, werd in 2000 aan vier procent van de studenten gegeven, in 2011 nog aan één procent.
Dat staat in een achthonderd pagina’s tellend rapport dat de Wetenschapsraad naar Der Spiegel stuurde en dat bedoeld is om een discussie los te maken.
“De trend naar steeds betere cijfers mag zich niet zo voortzetten”, vindt Wetenschapsraad-voorzitter Wolfgang Marquardt. Hij maakt zich zorgen om het eindniveau van studenten. Niet alleen omdat de cijfers steeds hoger worden, ook omdat de onderlinge verschillen tussen studierichtingen groot zijn.
Van de biologiestudenten is volgens de eindtoets 98 procent ‘goed’ tot ‘zeer goed’, terwijl slechts zeven procent van de juristen dat predicaat krijgt. “Daardoor hebben de beoordelingen geen waarde buiten de grenzen van de eigen opleiding”, zegt Marquadt.
De Wetenschapsraad wil dat het hoger onderwijs eenduidige normen opstelt voor de eindtoets die elke student als afsluiting van zijn opleiding moet maken.