Koepelvereniging tegen boete voor zes hogescholen
De Vereniging Hogescholen baalt ervan dat minister Bussemaker vandaag zes hogescholen een boete geeft. Dat verdienen die hogescholen niet, vindt de vereniging.
Aan de zes hogescholen is het studiesucces te laag: studenten behalen er niet snel genoeg hun diploma. Eigenlijk zouden deze hogescholen samen een boete van veertien miljoen euro krijgen, maar de minister heeft besloten dit bedrag te halveren.
Want de hogescholen staan voor een lastige opdracht, erkent ze in een interview met het Hoger Onderwijs Persbureau. Het niveau van het onderwijs moet omhoog terwijl er ook meer studenten moeten afstuderen. “Ik heb de hogescholen altijd gesteund in hun keuze voor kwaliteit boven rendement.”
Die steun trekt de Vereniging Hogescholen nu in twijfel. “De zes hogescholen hebben zich immers tot het maximum ingespannen en hebben bovendien gedaan wat de minister zelf heeft gezegd: kwaliteit gaat boven studierendement.”
Vorige maand werd al bekend dat het studiesucces van de zes hogescholen een onvoldoende kreeg. Ze hadden hun ‘prestatieafspraken’ met het ministerie niet allemaal gehaald. Te veel van hun studenten strandden voortijdig of liepen studievertraging op.
Volgens voorzitter Thom de Graaf moet de overheid zich minder met de hogescholen bemoeien. “Prestatiebekostiging in het hoger onderwijs is een onjuist en soms onrechtvaardig instrument”, zegt hij. Hij spreekt van een ‘afrekensystematiek’ die hogescholen ondanks al hun inspanningen bestraft.
Ook in de politiek liggen de prestatieafspraken onder vuur. Tegenstanders spreken van doorgeslagen rendementsfetisjisme. De prestatieafspraken waren een experiment en worden straks vervangen door nader in te vullen ‘kwaliteitsafspraken’.
Maar de beoordeling van de hogescholen is zorgvuldig gebeurd, stelde keurmeester Frans van Vught onlangs. Zijn ‘reviewcommissie’ moest de prestaties van de hogescholen beoordelen. Hij benadrukte in een interview dat zijn commissie naar het verhaal achter de cijfers heeft gekeken en rekening heeft gehouden met bijvoorbeeld de verschillen in de studentenpopulatie: “We hebben écht een roze bril opgezet.”