Kritiek op pamflet over deeltijdopleidingen
De bewering dat deeltijdopleidingen van private onderwijsinstellingen zwakker zijn dan die van gewone hogescholen, heeft geleid tot kritiek. Volgens onderwijsadviseur Frank Hendriks kloppen de cijfers niet.
Gisteren deden onderwijsbonden, studentenorganisaties en HBO-raad een boude bewering: deeltijdonderwijs van particuliere instellingen is slechter dan dat van bekostigde hogescholen. In het ‘pamflet’ dat ze samen schreven gaven ze daar een opmerkelijke onderbouwing bij.
Opleidingen van particuliere onderwijsaanbieders zouden zo’n tien keer vaker worden afgekeurd door kwaliteitsbewaker NVAO of teruggetrokken uit de goedkeuringsprocedure. Het zou gaan om 26,8 tegen 2,6 procent van de aanvragen. De opstellers van het pamflet concluderen hieruit: “De kwaliteit van het huidige niet-bekostigde aanbod is aanmerkelijk minder goed geborgd dan het publieke aanbod.”
Die cijfers kloppen niet, berekende onderwijsadviseur Frank Hendriks van Hobéon, al is er inderdaad wel een verschil. Het gaat volgens hem om 15,3 tegen 2,5 procent. Zoveel accreditaties zijn er trouwens niet in het particuliere onderwijs, dus als er een of twee extra door de mand vallen, schiet het percentage afgekeurde opleidingen snel omhoog.
De redenering gaat sowieso niet op, vindt de branche zelf. Alleen de goedgekeurde particuliere opleidingen zijn voor de discussie van belang: dat zijn de enige die straks misschien overheidsgeld krijgen via het nieuwe stelsel van deeltijdbeurzen. En die opleidingen staan onder hetzelfde toezicht als de bekostigde.
Maar de NVAO gaat alleen over de minimumeisen. De ene goedgekeurde opleiding is de andere niet. De makers van de Keuzegids Deeltijd & Duaal proberen aan de hand van studentenoordelen, accreditatierapporten en onderwijsstatistieken vat te krijgen op de kwaliteit van het deeltijdonderwijs. Ze hebben de beste aanbieders op een rijtje gezet. Tussen de tien grote en middelgrote hbo-aanbieders staat inderdaad maar één particulier: Markus Verbeek Opleidingen, die onder meer informatica, bedrijfskunde en verkeerskunde aanbiedt. Bij de kleine hogescholen dringt alleen Hogeschool Novi tot de top door.
“Het is lastig om aan kengetallen over particulier onderwijs te komen”, licht Frank Steenkamp van de Keuzegids toe. “Hoeveel studenten beginnen aan een opleiding en hoeveel haken er weer af? We weten het niet. De particuliere opleidingen zijn nog niet allemaal zo transparant en dat maakt ze vatbaar voor kritiek. Ze doen ook lang niet allemaal mee aan de Nationale Studenten Enquête, waarin studenten hun oordeel over het onderwijs geven. De LOI heeft bijvoorbeeld wel een flink aantal geaccrediteerde opleidingen, maar geeft geen nadere informatie en wil niet aanhaken bij de studentenenquête.”
“Particuliere onderwijsaanbieders zijn ondernemers”, zegt Ria van ’t Klooster van brancheorganisatie NRTO. “Die mogen zelf kiezen hoe ze hun marketing aanpakken. Niet allemaal willen ze in de Keuzegids staan of op de website Studiekeuze123, want die passen niet altijd bij hun doelgroep. We zijn in gesprek om de Nationale Studenten Enquête meer op volwassenen en deeltijdstudenten toe te snijden. Er wordt nu bijvoorbeeld niet gevraagd hoe flexibel studenten het onderwijs vinden, of ze ook in de avonduren kunnen studeren en hoeveel maatwerk er mogelijk is. Maar wie een deeltijdopleiding zoekt, kan de particuliere hogescholen gerust om informatie vragen.”